Gluck – Iphigenie

Als zoon van een boswachter werd in 1714 de Duitse componist Christoph Willibald Gluck geboren, hij overleed in 1787. Gluck zou een groot operacomponist worden die vooral het verhaal, het libretto belangrijker vond dan de begeleidende muziek. Ook het belcanto (mooi zingerij) had bij hem geen voorkeur. De muziek moest in dienst staan van het drama en niet van de zangers.

Het begin van zijn carrière liep uitermate stroef. Zijn ouders verboden hem om musicus te worden. Als jongen verliet hij het ouderlijk huis om zich naar Praag te begeven. Als autodidact werkte hij zich op tot kamermusicus en kreeg een baan bij de adel. Gluck was bijna 30 jaar toen zijn eerste opera Artaserse met veel succes verscheen. Optredens door Europa volgden. In 1952 vestigde hij zich in Wenen. Hij was inmiddels gehuwd met een welgestelde koopmansdochter.

In 1762 was de première van zijn meest beroemde opera Orpheus en Eurodice met mooie aria’s als Che farò senza Euridici?, Chiamo il mio ben cosi en Che puro ciel. Opera’s die volgden waren Alcestaon 1767, Iphigenie en Aulide 1774, Armide 177, en Iphigenie en Tauride in 1779.                       

Voor deze laatste genoemde opera schreef Nicolas Guillard het libretto. De beroemde librettist Lorenzo da Ponte zorgde voor een Italiaanse vertaling. De opera Iphigenie heeft vier aktes en is gebaseerd op het gelijknamige oude toneelstuk, een tragische familiegeschiedenis, van de Griekse schrijver Euripides.

Richard Strauss maakte in 1900 voor het Hoftheater in Weimar een nieuwe bewerking in het Duits maar behield nauwelijks repertoire.

Enkele hoogtepunten: Act 4 aria Il mio ben quando verra, Koor Sii, Diana, a noi propizia!, Aria Non cet affreux devoir… Je t’implore et je tremble, Non, cet affreux devoir

Heeft u een opmerking of aanmerkingen over dit item, horen wij dit graag van U.

GLUCK IPHIGENIE NUMMER916