Nederlandse componisten 3 na 1800
Johannes van Bree (1801 – 1857) Componist van koormuziek, kerkmuziek en liederen. Een merkwaardig, maar o zo mooi stuk van deze componist is het Allegro voor vier strijkkwartetten. Van Bree is als zelfstandig item opgenomen in de lijst van 1000 componisten.
Bernard Zweers (1854 – 1924) In het jaar 1888 ging in de Amsterdamse schouwburg, onder leiding van de componist, Symfonie 3 in première. De verschillende delen zijn geïnspireerd op de schoonheid van Nederland: Op het land, Aan het strand, In het woud. Symfonie 3 kreeg als titel Aan mijn Vaderland. Zweers is als zelfstandig item opgenomen in de lijst van 1000 componisten.
Julius Röntgen (1855 – 1932) In 1844 toen Brahms Amsterdam bezocht was Röntgen solist in zijn 2e pianoconcert. Zelf componeerde hij symfonieën, soloconcerten en kamermuziek. In 1883 richtte hij het Amsterdamse Conservatorium op. Ook had hij alles te maken met de bouw van het Concertgebouw dat in 1888 gereedkwam. Röntgen is als zelfstandig item opgenomen in de lijst van 1000 componisten.
Alphons Diepenbrock (1862-1921) was als musicus autodidact. Hij studeerde klassieke talen en heeft later deze klassieke achtergrond herhaaldelijk gebruikt in zijn toneelmuziek waaronder de ouverture De Vogels, geïnspireerd op een blijspel van Aristophanes. Andere werken zijn Elektra (van Sophocles) en Gijsbreght van Aemstel (van Vondel) en een Ode aan Rembrandt. Zijn eerste grote bekendheid verwierf hij in 1902 met zijn Te Deum. Diepenbrock is als zelfstandig item opgenomen in de lijst van 1000 componisten.
Johan Wagenaar (1862 – 1941) Als componist liet hij zich inspireren door Richard Strauss en Hector Berlioz. Wagenaar schreef graag programmamuziek. Bekend werden de cantate De schipbreuk uit 1889 en de ouvertures Cyrano de Bergerac uit 1905 en De getemde feeks uit 1909 (naar Shakespeare.) Men kenmerkt zijn muziek als vitaal, kleurrijk en humoristisch. Wagenaar is als zelfstandig item opgenomen in de lijst van 1000 componisten.
Cornelis Dopper (1870 – 1939) komt uit Stadskanaal. Als 18-jarige vertrok hij op advies van een muzikale oom naar Leipzig waar hij aan het conservatorium ging studeren. Hij keerde terug naar Groningen om zich later in Amsterdam te vestigen. Hij werd 2e dirigent van het Concertgebouworkest. Een van Doppers leerlingen was Henriëtte Bosmans. Naast vocale werken schreef hij zeven symfonieën waaronder Rembrandt-symfonie, Amsterdam-symfonie en Zuiderzee-symfonie. Zijn naam prijkt op een van de cartouches op de balkonrand van het concertgebouw. Dopper is als zelfstandig item opgenomen in de lijst van 1000 componisten.
Elisabeth Kuyper (1877 – 1953) geboren in Amsterdam, was behalve componist, dirigent en pianist. Als 18-jarige studeerde ze af met 2 eigen composities van de Toonkunstschool. In Berlijn kwam ze onder de hoede van Max Bruch. Hij dirigeerde meestal haar werken. Begin 20e eeuw verschenen een Vioolsonate en Vioolconcert en ook de Ballade voor cello en orkest. Vanaf 1908 begon ze met dirigeren en leidde vrouwenorkesten uit Den Haag, Londen en New York. In de jaren twintig verschenen eveneens lichte liederen, waaronder American Love Song.
Peter van Anrooy (1879 – 1954) was de zoon van een apotheker in Zaltbommel. In 1900 schreef hij zijn bekendste orkestwerk, de Piet Hein Rhapsodie, thema en variaties op het bekende lied De Zilvervloot. Van Anrooy is als zelfstandig item opgenomen in de lijst van 1000 componisten.
Jan van Gilse (1881 – 1944) was behalve componist voorvechter van auteursrechten voor musici. Zijn muziekstudie volgde hij aan het conservatorium van Keulen. Hij was medeoprichter van de BUMA. Ook was hij was een verzetsman. In de jaren 30 was hij directeur van het Utrechts Conservatorium. Voor zijn Symfonieën 1 en 3 viel hij in de prijzen. Met name in zijn beginperiode was hij in zijn composities Duits georiënteerd. Behalve 4 symfonieën en kamermuziek schreef hij menig werk voor de menselijke stem.
Hendrik Andriessen (1892 – 1981) geboren in orgelstad Haarlem. Zijn zonen Juriaan (1916 – 1996) en Louis werden eveneens componist. Louis Andriessen, geboren in 1939, wordt thans gerekend tot de belangrijkste hedendaagse Nederlandse componisten en mocht zich lange tijd ‘Toondichter des Vaderlands’ noemen. Vader Hendrik studeerde compositie en orgel. De Variaties en fuga op een thema van Johann Kuhnau voor strijkorkest uit 1935 is ongetwijfeld zijn meest gewaardeerde werk. Andriessen is als zelfstandig item opgenomen in de lijst van 1000 componisten.
Gerard Boedijn (1893 – 1972) geboren in Hoorn en werd een belangrijk componist voor harmonie- en fanfareorkesten. Hij studeerde viool, compositie en koordirectie aan het conservatorium van Amsterdam. Composities zijn Vijf Epigrammen – Naar de schoolmeester en Landelijke suite. De Hoornse muziekschool is vernoemd naar Boedijn.
Willem Pijper (1894 – 1947) De in Zeist geboren Willem Pijper was in de eerste helft van de twintigste eeuw een belangrijk figuur in het Nederlandse muziekleven. Zijn Symfonieën 1, 2 en 3 verschenen respectievelijk in 1917, 1921 en 1926. Zijn Zes adagio’s uit 1940 worden nog dikwijls uitgevoerd, evenals zijn ca 12 minuten durende Pianoconcert dat hij als 19-jarige componeerde. Pijper is als zelfstandig item opgenomen in de lijst van 1000 componisten.
Henriëtte Bosmans (1895 – 1952) Componiste en pianiste. Leefde en werkte in Amsterdam. Zij was de dochter van de cellist Henri Bosman en pianiste Sara Benedicts. Als tiener trad Henriette reeds op in het Amsterdamse Concertgebouw. Als componiste werd ze vooral bekend door haar Kamermuziek met piano, viool en cello, Strijkkwartet, Concertino voor piano en orkest, Concertino viool en orkest, Liederen, Pianosonates, Celloconcerten. Een zeer geliefd werk is Poëme voor cello en orkest.
Heeft u een opmerking of aanmerkingen over dit item, horen wij dit graag van U.
NEDERLANDSE COMPONISTEN 3 NUMMER903