Bach – Best of
- Mattheus Passion
- Cantates
- Goldbergvariaties
- Weihnachtsoratorium
- Hohe Messe
- Barndenburgse concerten
- Orkestsuites
- Vioolconcerten
- Wohltemperierte Klavier
- Orgelconcerten
1. Mattheus Passion. Rond 1728 zette Johann Sebastian Bach zich tot het componeren van de Matthäuspassion, het lijdensverhaal van Jezus (Matth. 26 en 27). Aangenomen wordt dat het oratorium voor het eerst werd uitgevoerd op Goede Vrijdag 11 april 1727 in Leipzig. De teksten van de aria’s zijn geschreven door Bachs tekstschrijver Picander (1700 – 1764), die waarschijnlijk ook de teksten schreef voor het Weihnachtsoratorium (1734). De uitvoering en repetities in de Thomaskerk te Leipzig verliepen niet naar Bachs wens. Het schijnt dat hij moeite had om de zangers gemotiveerd te krijgen. Het werk maakte tijdens de première niet een grote de indruk. De toehoorders vonden dat ze in een soort opera terecht waren gekomen.
2. Cantates. Vanwege het grote aantal cantates wordt Bach wel de vijfde evangelist genoemd. Een cantate is een zangstuk voor één of meerdere zangstemmen begeleid door instrumenten, meestal op een tekst uit de bijbel. Voor zo ver bekend componeerde Bach een kleine 300 cantates, waarvan er 202 bewaard zijn gebleven. Het merendeel zijn absolute meesterwerken. Ook schreef hij cyclussen van cantates zoals het Weihnachts Oratorium en het prachtige Magnificat. Bach componeerde eveneens solocantates. Deze zijn zonder koor maar met 1 zangsolist. Een overbekende solocantate betreft Ich habe genug (BWV 82), waarin een bas de solopartij zingt. Voor het hof, adel en burgers (bijvoorbeeld huwelijk en andere feestelijke aangelegenheden) schreef Bach wereldlijke cantates.
3. Goldbergvariaties. Deze variaties getuigen van een onovertrefbare fantasie en variatiekunst. De naam ontleende hij aan zijn leerling, de virtuoze klavecinist Johann Gottlieb Goldberg (1727 – 1756) die Bachs variaties eindeloos moest voorspelen om de aan de slapeloosheid lijdende graaf Herman Carl von Keyserling naar dromenland te helpen. Gezien de virtuoze en snelle variaties valt te betwijfelen of dit ook inderdaad lukte.
4. Weihnachtsoratorium. Het uit zes delen bestaande muziekstuk staat geheel in het teken van de geboorte van Jezus en het Driekoningenfeest. Deel 1-3 behandelt eerste, tweede en derde Kerstdag, deel 4 Nieuwjaarsdag, deel 5 zondag na Nieuwjaar, deel 6 Drie koningen. Wat de Matthäus-Passion is voor de passietijd is het Weihnachts-Oratorium voor Kerst. Het Weihnachtsoratorium brengt vreugde en vrolijkheid. Geen droefenis en geen lijden.
5. Hohe Messe. Vergeleken met de Matthäuspassion is de Hohe Messe (ook wel H-moll Messe genoemd) jubelend van toon. Prachtige koren vaak ondersteund door feestelijk klinkende trompetten. Zoals bijvoorbeeld in het Gloria, Credo, Sanctus en Hossanna, waarin zich een geweldige juichtoon manifesteert. Het is alsof de hele natuur, de mensheid, en de planeten zich met het stuk bezighouden. Bach jubelt hier, zoals Mozart in zijn Requiem jubelt!
6. Brandenburgse concerten.De zes Brandenburgse concerten staan te boek als concerti grossi. Een concerto grosso is een compositie voor orkest met daarin een solistengroep (concertino). De zes bruisende Brandenburgse concerten eisen van de musici een grote technische en muzikale vaardigheid. Tegenwoordig behoren deze concerten tot de hoogstandjes uit de muziekliteratuur, ze vormen dan ook een hoogtepunt in Bachs oeuvre. Overigens noemde Bach de 6 concerten Zes concerten voor meerdere instrumenten. Een Duitse musicoloog gaf later de titel Brandenburgse concerten.
7. Orkestsuites. Bach componeerde voor God, maar soms kon dat niet. In het calvinistische Köthen was kerkmuziek verboden. Gods woord was heilig en muziek zou afleiding kunnen geven. Daarom stortte Bach zich op het componeren van instrumentale en wereldlijke muziek. Zijn suites zijn daar voorbeelden van. Aan de hoven werd er flink op gedanst. Rond 1720 schreef Bach vier orkestsuites. Hij componeerde deze naar Frans en Italiaans voorbeeld. Misschien wel met een knipoog naar de componist Jean Baptiste Lully (1632 – 1687) die voor het hof van Lodewijk XIV componeerde. Dansmuziek dus, vooraf gegaan door een ouverture. Deze dansen waren meestal: Allemande – Courante – Gavotte – Bouree – Sarabande – Polonaise – Gigue.
8. Vioolconcerten. In 1717 trad Bach in dienst van de hertog van Köthen, die een groot muziekliefhebber was. De twee werden vrienden en Bach kreeg naast zijn werk aan het hof voldoende tijd om te componeren. In deze periode ontstonden het Vioolconcert in E majeur BWV 1042, beginnende met drie vette akkoorden en in een duidelijke Italiaanse stijl, en het Vioolconcert in a mineur BWV 1041. Een zeer geliefd vioolconcert is het Concert voor 2 violen in d mineur BWV 1043. In veel wereldlijke muziek liet Bach zich inspireren door zijn Italiaanse collega’s Antonio Vivaldi (1675 – 1741) en Arcangelo Corelli (1653 – 1713). De instrumentale muziek van grootmeester Bach, waaronder zijn genoemde vioolconcerten uit 1720, is meestal absolute muziek.
9. Das Wohltemperierte Klavier. Dit werk bestaat uit twee boeken met 48 preludes en fuga’s. Alle mineur en majeur toonsoorten passeren de revue. In 1722 bracht Bach in het Duitse Köthen een boek uit met preludes en fuga’s in alle 24 toonsoorten: Boek I BWV 846 tot en met 869. Twintig jaar later verscheen in Leipzig Boek II: BWV 870 tot en met 893. Bach schreef de werken voor een klavierinstrument, naar alle waarschijnlijkheid het klavecimbel.
10. Orgelwerken. Als Bach 18 is treedt hij als organist op in Weimar. In hetzelfde jaar wijdt hij het nieuwe orgel in van de Neue Kirche (Bachkirche) in Arnstadt. Hij improviseert en speelt eigen werk onder invloed van beroemde organisten als Johann Adam Reincken en Dietrich Buxtehude. Uit deze tijd komt zijn beroemde Toccata en Fuga in d. Niet veel later zou hij een benoeming aanvaarden als organist en cantor in Arnstadt. Later zal hij overgegaan tot het componeren van cantates, orkestwerken en muziek voor solo-instrumenten, doch hij blijft organist en componist van orgelwerken waaronder: Sonates – Preludes – Toccata’s – Passacaglia’s – Fuga’s – Concerten – Koralen – Koraalvoorspelen – Chaconnes – Partita’s – Variaties
BACH J.S. BEST OF NUMMER 866