Bach – Goldbergvariaties

In 1717 verhuisde het gezin Bach naar Köthen waar Bach een baan als kapelmeester kreeg aangeboden. Afgezien van het feit dat Maria Barbara, zijn eerste vrouw er stierf, werden dit voor Bach gelukkige jaren. Zijn tweede vrouw, de kerkzangeres Anna Magdalena hielp haar man in alle opzichten. Behalve een goede huisvrouw was zij ook een lieve moeder voor haar stiefkinderen. Bovendien toonde zij veel belangstelling voor het werk van haar man. Zij kreeg muziekles van hem en hielp hem ook om zijn composities van het kladschrift over te schrijven in het net. Voor haar schreef Bach het mooie lied Bist du bei mir (naar Gottfried Heinrich Stölzel 1690 -1749).

Anna Magdalena Bach was ook zeer muzikaal. Zij speelde goed klavecimbel en had een mooie stem. In 1725 schreef Johann Sebastian Bach (1685 – 1750) voor haar het Notenbüchlein voor Anna Magdalena Bach. Vele jaren later, rond 1742, haalde Bach uit dit boekje zijn inspiratie voor zijn Goldbergvariaties (BWV 988), een sarabande (aria) dat hij in dertig variaties de revue laat passeren. De variaties getuigen van een onovertrefbare fantasie en variatiekunst. De naam ontleende hij aan zijn leerling, de virtuoze klavecinist Johann Gottlieb Goldberg (1727 – 1756)  die Bachs variaties eindeloos moest voorspelen om de aan de slapeloosheid lijdende graaf Herman Carl von Keyserling naar dromenland te helpen. Gezien de virtuoze en snelle variaties valt te betwijfelen of dit ook inderdaad lukte. Overigens zijn er hedendaagse muziekwetenschappers die het voorafgaande, inclusief de slapeloze graaf, in twijfel trekken. Tegenwoordig worden de Goldbergvariaties ook op piano gespeeld. De Canadese pianist Glenn Gould maakte in 1955 een onvergetelijke versie van het stuk.

In 2009 ontving Anna Enquist met haar boek Contrapunt de Libris Literatuur Prijs. Een bijzondere uitvoering van de complete Goldbergvariaties gespeeld door pianist Ivo Janssen vormen een meesterlijke inleiding tot ieder hoofdstuk van dit boek.

In 2020 verscheen het boek De Goldbergvariaties, een verhaal over Bach en Rouw geschreven door de Amerikaan Philip Kennicott. Het boek werd in het Nederlands vertaald door Frits van der Waa. 

BACH GOLDBERGVARIATIES 259

Nota bene

In Bachs tijd was het een mode om bestaande wijsjes om te zetten in nieuwe liedjes met soms gewaagde, schunnige teksten. Deze potpourri’s werden tijdens feesten en partijen uitgevoerd. Het effect was groot als de liederen gemakkelijk in het gehoor lagen en de teksten zo zot mogelijk.
Uit geschriften blijkt dat bij de familie Bach dit soort muzikale humor ook zeer geliefd was.

Men vergelijkt het een en ander wel met de genreschilderijen van Jan Steen en Pieter Bruegel.