Bach – Johannes Passion
De Johannes Passion (BWV 245 uit 1724) van Johann Sebastian Bach (1685 1750) is een passie met als onderwerp het lijden en sterven van Jezus volgens het Evangelie van Johannes (18 en 19).
De Johannes Passion wordt wel vergeleken met de Matthäus Passion, welke Bach enkele jaren later zou componeren. In vergelijking met de Matthäus Passion is de Johannes Passion muzikaal wat feller, directer en ongepolijst, misschien zelfs theatraler, doch het werk kent ook ingetogen en sobere passages. De aria’s uit de Matthäus Passion zijn over het algemeen bekender en de koralen eenvoudiger en daarom gemakkelijker om bijvoorbeeld samenzang te doen. Voor de Matthäus Passion schreef Bach twee orkesten en twee koren voor terwijl hij bij de Johannes Passion genoegen nam met één orkest en een koor. De Johannes Passion, ongeveer 100 minuten, is aanmerkelijk korter dan de Matthäus Passion.
Bach schreef het werk in 3 maanden, hij was toen 39 jaar oud. De première vond plaats op Goede Vrijdag van het jaar 1724 in de Nikolaikirche in Leipzig. Al hadden de kerkgangers nimmer zulke overweldigde muziek gehoord was niet iedereen was even blij met het werk. Wellicht is het daarom dat de componist direct veranderingen aanbracht. Een van de belangrijkste wijzigingen was dat het grootse openingskoor Herr, unser Herrscher werd vervangen door een ingetogener koor. Later kwam Bach hier weer op terug. Tot aan zijn dood heeft hij aan het werk gesleuteld, zowel liturgisch als muzikaal.
Bach volgt vrijwel letterlijk de teksten van het evangelie volgens Johannes. Zo omschrijft Johannes zijn meester als een koning, een triomfator, terwijl Mattheüs hem meer de rol als mens geeft met ook angsten. Het lijden en sterven van Christus staat centraal. De Johannes Passion geeft ook aanleiding tot een aantal felle, dramatische koortjes (turbae): Wir wollen Jesu Christi Tod… Kreuzige, reuzige!…Weg, weg met der…Wir haten kennen Konig… en niet te vergeten het opwindende koor Lasset und den nicht zetelen waarin de soldaten onder het kruis om Jezus’ kleren dobbelen.
In de Johannes Passion wordt Jezus als Messias en niet als lijdenspersoon behandelt. In het openingskoor wordt dit al gelijk neergezet door Bach. Er wordt niet direct verwezen naar zijn komende lijdensweg, maar eerder naar zijn koningschap, naar een leider met een sterke persoonlijkheid en een boodschap. Jezus’ lijden is dan ook geen smartelijk en beklagenswaardig menselijk lijden maar eerder een noodzakelijke fase.
Indrukwekkende momenten: Es ist volbracht (alt ) – Was ist Wahrheit (bas ) – Ach mein Sinn (tenor), Ich folge dir gleichfalls en Eilt, ihr angefochtnen Seelen – koralen Mensch, bewein dein Sünde gross, Durch dein Gefängnis, Gottes Sohn, Mein teurer Heiland, Ruht wohl, Ach, Herr lass dein lieb Engelrein.
Luister naar Strofen/koralen uit Johannes Passion:
O große Lieb, o Lieb ohn alle Maße – Dein Will gescheh, Herr Gott zugleich – Wer hat dich so geschlagen – Petrus, der nicht denkt zurück – Christus der uns selig macht – Ach großer König, groß zu allen Zeiten – Durch dein Gefängnis, Gottes Sohn – In meines Herzens Grunde – Er nahm Alles wohl in Acht – Jesu, der du warest tot – O hilf, Christe, Gottes Sohn – Ach Herr, lass dein lieb Engelein is
Behalve de Matthäus Passion en de Johannes Passion schreef Bach nog drie andere Passies die echter verloren zijn gegaan. In 1731 en 1744 is in Leipzig de Markus Passion uitgevoerd. De teksten zijn bewaard gebleven, maar de muziek is verdwenen. Zoals Bach wel meer deed hergebruikte hij in de Markus Passion eerder geschreven composities.
Heeft u een opmerking of aanmerkingen over dit item, horen wij dit graag van U.
BACH JOHANNES PASSION NUMMER 507
Nota bene
Johann Sebastian Bach heeft geen opera’s geschreven. Dat liet hij over aan Claudio Monteverdi en andere Italianen, en ook aan zijn tijdgenoot George Friedrich Händel.
Toch beweren muziekwetenschappers dat Bach wel degelijk een opera heeft geschreven, namelijk de Johannes-Passion, Het werk herbergt volgens hen een overvloed aan drama, is feller, maar tegelijkertijd heel intiem, en ook nog eens theatraal. In sommige koorstukken wordt er geschreeuwd, gejoeld en gescholden. Alle ingrediënten voor een opera dus.