Bach – Klavierconcerten

In de periode 1728 – 1740 schreef Johann Sebastiaan Bach (1685 – 1750) een dertiental klavierconcerten, waaronder zeven concerten voor één klavecimbel, drie voor twee klavecimbels, twee voor drie klavecimbels en het beroemde concert voor vier klavecimbels (in de bewerking van het concert voor vier violen van tijdgenoot Antonio Vivaldi). Bach schreef zijn klavierconcerten in Leipzig.

Je kunt de klavecimbelconcerten van Bach beschouwen als voorlopers van de pianoconcerten van o.a. Haydn, Mozart en Beethoven. Toen het klavecimbel vervangen werd door het hammerklavier en weer later de piano werden Bachs klavierconcerten op deze instrumenten uitgevoerd. Ook heden ten dage worden de klavierconcerten van Bach op de moderne piano of vleugel gespeeld. Doch sinds het midden van de twintigste eeuw is er weer een opleving om Bachs klavierconcerten op het klavecimbel uit te voeren. De Nederlandse clavecinisten Gustav Leonardt (1928 – 2012) en Ton Koopman (1944) zijn hiervan voorbeelden.

Bach had al kennis gemaakt met de eerste ontwikkelingen van het hammerklavier of fortepiano. Gottfried Silbermann was naar zeggen de eerste Duitse pianobouwer. Rond 1740 zou Bach op een Silbermann piano hebben gespeeld en het instrument ook gekeurd hebben. Men beweert dat Bach zijn latere klavierconcerten bedoelt zou hebben voor de fortepiano van Silbermann. Zeer geliefd is het klavierconcert 1 in d BWV 1052.En dan is daar ook nog het Klavecimbelconcert in Italiaanse stijl, BWV 971 voor klavecimbel met twee manualen (klavieren), waarbij het ene manuaal het orkest moet uitbeelden en het andere de solist.

In zijn sterfjaar 1750 bevonden zich een aantal klavecimbels alsmede een spinet in huize Bach.

BACH KLAVIERCONCERTEN NUMMER 510

 

Nota bene

Bach was 9 jaar toen hij wees werd. Zijn oudste broer nam hem op in zijn gezin. Deze was kerkorganist en ontdekte het bijzondere talent van zijn jonge broer.

Als scholier van de Latijnse school zong Johann Sebastian in het schoolkoor. Ook speelde hij viool.

Bach was 15 jaar toen hij het huis van zijn broer verliet. Zonder familie en kennissen en buiten de vertrouwde omgeving van zijn geboortegrond begon hij aan een nieuw leven.
Op zijn 18e werd hij benoemd werd tot organist in Arnstadt. Ondanks zijn jonge leeftijd werd hij rijkelijk beloond.