Bach – Matthäus-Passion

Rond 1728 zette Johann Sebastian Bach (1685 – 1750) zich tot het componeren van de Matthäuspassion, het lijdensverhaal van Jezus (Matth. 26 en 27). Aangenomen wordt dat het oratorium voor het eerst werd uitgevoerd op Goede Vrijdag 11 april 1727 in Leipzig. De teksten van de aria’s zijn geschreven door Bachs tekstschrijver Picander (1700 – 1764), die waarschijnlijk ook de teksten schreef voor het Weihnachtsoratorium (1734). De uitvoering en repetities in de Thomaskerk te Leipzig verliepen niet naar Bachs wens. Het schijnt dat hij moeite had om de zangers gemotiveerd te krijgen. Het werk maakte tijdens de première niet een al te grote indruk. De toehoorders vonden dat ze in een soort opera terecht waren gekomen. Zo raakte het in de vergetelheid totdat de componist Felix Mendelsson Bartholdy (1809 – 1847) het in 1829 herontdekte. Op 11 maart 1829 verzorgde Mendelssohn voor het eerst sinds Bachs overlijden een uitvoering met de Sing-akademie te Berlijn (met enige wijzigingen van zijn hand!) Mede door zijn inspanningen werd Bachs muziek steeds meer uitgevoerd.

‘Kommt, ihr Töchter, helft mir klagen’ (Kom, uw dochters, deel mijn rouw), het openingskoor van de Matthäuspassion is een onweerstaanbare uitnodiging om te rouwen. De mooiste noten ooit geschreven, is een veel gehoorde uitspraak over dit beginkoor, waarna volgt O Lamm Gottes unschuldig.  Enkele andere hoogtepunten uit het oratorium, ook wel passiespel genoemd: kort na het begin klinkt het koraal  ‘Herzliebster Jesu, was hast du verbrochen’  (Liefste Heer wat hebt Gij misdaan?) Daarna volgen recitatieven, aria’s en koren die betrekking hebben op het verraad van Judas. Maar er klinkt ook ontreddering bij sommigen van Jezus volgelingen. Voordat Jezus wordt overgeleverd zingen de gelovigen de smeekbede: ‘Lasst ihn, haltet, bindet nicht!’ (Halt! Laat hem gaan! Bind hem niet.) Het koor zingt: So ist mein Jesus nun gefangen.

Het tweede deel begint met klaagzangen zoals: ‘Ach! nun ist mein Jesus hin.’ (Ach nu is mijn Jezus weg.) Dan volgt de berechting. Het koor vraagt zich af: ‘Wer hat dich so geschlagen?’ (Wie heeft U zo geslagen?) Na Petrus’ verloochening volgt de zeer bekende aria: Erbarme Dich. Nadat Judas berouw krijgt en zich ophangt, levert Pilatus Jezus uit aan het woedende volk om hem te laten kruisigen. Even later volgt het beroemde koraal: O Haubt voll Blut und Wunden. Indrukwekkend is het slotkoraal Wir setzen uns mit Tränen nieder.

In Bachs tijd was het opmerkelijk om zo’n groot religieus werk te schrijven en dan ook met zo’n lange tijdsduur, van circa drie uren! Ook de bezetting was buitensporig: twee vierstemmige koren (gemengd met kinderkoor), twee orkesten en dan ook liefst twee kerkorgels. Een monumentaal werk! Bach zelf en zijn omgeving spraken altijd over de Die grosse Passion.

In Nederland wordt Bachs passie beschouwd als Cultureel Erfgoed! In de concertzaal of in de kerk laat de passie niemand onberoerd, zelfs mensen die zichzelf ongelovig of atheïst noemen worden door tekst en muziek geraakt. Het was met name dirigent Willem Mengelberg (1871 – 1951) van het Concertgebouw Orkest die er een zeer groots, soms met honderden zangers, spektakelstuk van maakte dat Wagneriaans aandeed. Een nieuwe generatie musici protesteerde tegen Mengelbergs aanpak, zij opperden kleinschaligheid en authentieke muziekinstrumenten.

Luister naar Strofen/koralen uit Matthaus Passion:

O Lamm Gottes, unschuldig – Herzliebster Jesu, was hast du verbrochen – Ich bin’s, ich sollte büßen – Erkenne mich, mein Hüter – Ich will hier bei dir stehen – Was mein Gott will, das g’scheu allzeit – O Mensch, bewein dein Sünde gross – Mir hat die Welt trüglich gericht – Wer hat dich so geschlagen – Bin ich gleich von dir gewichen – Befiehl du deine Wege – Wie wunderbarlich ist doch diese Strafe – O Haupt voll Blut und Wunden – Wenn ich einmal soll scheiden. 

Heeft u een opmerking of aanmerkingen over dit item, horen wij dit graag van U.

BACH MATTHAUS-PASSION NUMMER002

Toegift Fadia Tomb El-Hage ‘Erbarme dich Allah’

 

 

Nota bene

Bach laat in zijn Matthäuspassion een kinderkoor meezingen. Met kinderkoor wordt bedoeld jongenskoor. Tegenwoordig zingen er ook meisjes in het kinderkoor mee, in Bachs tijd zal dit zeker niet het geval geweest zijn.

Naar het schijnt had Bach tijdens de repetities nogal last van de desinteresse van de jonge zangertjes.

Een jongenskoor (soprano di ripieno) komt voor in het openingskoor Kommt, ihr Töchter, helft mir klagen. Dit jongenskoor zingt meestal ook met de sopranen sommige koralen mee, zoals bijvoorbeeld O Mensch, bewein dein Sünde gross…