Beethoven – Symfonie 8
De jaren rond 1812 waren voor de tweeënveertigjarige Ludwig van Beethoven (1770 – 1827) niet de meest gelukkige. In Wenen was hij een geliefd componist en pianist. Hij werd geëerd door de grote dichter Goethe waarvan hij zijn treurspel Egmont op grandioze wijze op muziek had gezet. Bij de muziekliefhebber werd hij op handen gedragen vanwege het daverende succes van zijn Symfonie 7. Doch met de mens Beethoven wilde het maar niet lukken. Hij kampte met lichamelijke klachten, depressies en zijn als maar heviger wordende doofheid. Op doktersadvies vertrok hij in de zomer van 1812 naar Teplitz, een populair kuuroord waar ook Goethe verbleef en later collega’s als Chopin en Liszt zouden volgen. Was het de overwinning op Napoleon dat Beethoven plotseling opgewekte ideeën kreeg voor een symfonie?
Vrolijkheid troef in Symfonie 8 in F opus 93 van Ludwig van Beethoven. Niks geen geraas en getier. Ten opzichte van zijn meeste symfonieën laat Beethoven zich van een geheel andere kant horen. Het soms agressieve en grootse karakter van veel van zijn muziek ontbreekt hier. Ook de lengte van het werk doet van zich spreken. Het is de kortste symfonie uit het symfonische oeuvre van de componist. Het lijkt alsof de maestro met zijn Symfonie 8 een stap terug doet naar zijn voorganger Mozart. Helaas voor Beethoven werd de symfonie maar lauw ontvangen.
Zonder een langzame inleiding valt Beethoven in het eerste deel direct met een vrolijk thema met de deur in huis. In het tweede deel lijkt hij het orkest een metronoom te willen laten imiteren. Misschien was het een knipoog naar zijn vriend, Melzel, de uitvinder van deze tikmachine. Deel drie is een menuet gebaseerd op een Oostenrijkse dans. Deel vier sluit af in het gebruikelijke snelle tempo, in dit geval weer met de nodige luchtigheid.
BEETHOVEN SYMFONIE 8 NUMMER 713
Nota bene
Schubert was misschien wel de grootste fan van Beethoven. Hij wilde in de buurt van de meester begraven worden. Schubert was een van de kistdragers bij Beethovens begrafenis.
Beethoven maakte nog kennis met de muziek van Schubert. ‘In Schubert woont een goddelijke vonk,’ had hij gezegd. Schubert werd vlak bij het graf van Beethoven begraven.
Na de begrafenis van Beethoven gingen Schubert en zijn gezelschap naar het café. Bij de eerste dronk zei hij: ‘Op hem, die wij juist begraven hebben’, bij de tweede: ‘Op hem, die de volgende zal zijn.’ Schubert overleed een jaar later.