Bellini – Opera’s

Vincenzo Bellini was een Italiaans operacomponist. Hij werd in 1801 op Sicilië geboren en stierf in 1845 in Parijs. De vader van Bellini was organist. Zijn grootvader, tevens organist, bracht hem de eerste beginselen van de muziek bij. Als jongeman zag hij er goed uit en was charmant in de omgang. Hij kreeg een beurs en kon studeren aan het conservatorium van Napels. Na het bijwonen van een opera van Rossini wijdde hij zich geheel aan toneel en muziek. Opmerkelijk was zijn stijl: lyrisch en expressief, dit in tegenstelling tot de opera’s van Rossini. Onder zijn bewonderaars bevonden zich o.a. Chopin en Wagner.

Rond zijn vijfentwintigste levensjaar verscheen met veel succes zijn eerste opera Adelson e Salvini (1825). Een jaar later verscheen Bianca e Fernando. Voor de Scala te Milaan componeerde Bellini in 1827 Il Pirata. De successen waren ongekend! Na deze 2 opera’s was Bellini een gesetteld componist. Opera’s die volgden waren La Strangiera (1829), I Capuleti e i Montecchi (1830, en de top-opera’s La Sonnambula (1831) en Norma (1831). De opera Zaïre (1832) werd ongunstig ontvangen evenals Beatrice di Tenda (1833). Bellini verhuisde daarna naar Parijs.

In Parijs componeerde hij zijn vermaarde opera I Puritani (1835). Vanwege de uitgebroken pest in Parijs vluchtte Bellini naar Engeland. Hij overleed op 34-jarige leeftijd. Men gaat er van uit dat hij aan cholera is overleden. Hij ligt begraven op het kerkhof Père Lachaise in Parijs.

Norma, werd later pas gewaardeerd als zijn grootste opera. Zangeressen als Maria Callas en Joan Sutherland boekten er grote successen mee.

Heeft u een opmerking of aanmerkingen over dit item, horen wij dit graag van U.

BELLINI OPERA NUMMER 951

Nota bene

De beroemde Dichter Heine (1797 – 1856) over zijn vriend Bellini, die elkaar van het Parijse nachtleven kenden: Bellini was lang en slank en altijd tot in de puntjes gekleed. Hij had blond haar, lichtblauwe ogen en was altijd met vrouwen bezig.

Mannen vonden hem overdreven. Zijn manier van kleden was voor hen lachwekkend. In het Parijse nachtleven brabbelde hij onverstoorbaar en uitermate slecht Frans. Zijn kletspraatjes waren nauwelijks te volgen.

Uiteindelijk moest Heine toegeven, nadat hij zijn merkwaardige vriend lange tijd kende, dat het om een goedmoedig mens ging maar dan wel met kinderlijke trekjes.