Berlioz – Te Deum

Hector Berlioz (1803 – 1869) werd geboren in een dorp in Zuid Frankrijk. Zijn vader, arts van beroep, was een groot muziekliefhebber. Van hem ontving Hector zijn eerste muzieklessen. Hij leerde fluit en gitaar spelen. Berlioz is een van de weinige componisten die geen piano speelde. Hij werd door zijn ouders naar Parijs gestuurd om medicijnen te gaan studeren. In plaats van deze studie koos hij voor het conservatorium. Hij was een groot fan van de operacomponist Christoph Willibald von Gluck (1714 – 1787). Als componist wordt Berlioz beschouwd als één van de belangrijkste en meest vernieuwende vertegenwoordigers van de romantiek.

Net als z’n collega Richard Wagner (1813 – 1883) hield Berlioz van groots opgezette werken. Zijn droom was ooit een magistraal werk te componeren. Zijn wens ging in vervulling toen de Franse staat hem vroeg een groot werk te schrijven. Voor zijn Requiem, met de ondertitel Grande messe des morts (1837) had hij maar liefst vierhonderd musici en zangers nodig. Hij schreef het stuk ter nagedachtenis aan de soldaten die tijdens de laatste oorlog waren omgekomen (juli revolutie 1830).

Een monumentaal muziekstuk is het Te Deum uit 1849. Het stuk vereist bijna 900 uitvoerenden. Behalve een uitgebreid symfonie orkest zingen en spelen zangsolisten, kinderkoor, twee gemengde koren, 12 harpen, 6 snaredrums, orgel en saxhoorns. De delen: Te Deum – Tibi Omnes – Dignare – Christe Rex Gloriae – Te Ergo Quaesumus – Judex Crederis.

Het Te Deum was oorspronkelijk bedoeld om Napoleon te eren. Het werd echter opgedragen aan een vreedzame held, Prins Albert, de prinsgemaal van Koningin Victoria. In 1887 werd het Te Deum in Londen tijdens het gouden jubileum van Koningin Victoria uitgevoerd.

 Grote koorwerken van Berlioz zijn: Messe Solennelle – Requiem – Te Deum – L’enfance du Christ.

BERLIOZ TE DEUM NUMMER 766