Brahms – Symfonieën
Wie zou het nog in zijn hoofd halen om na de machtige Symfonie 9 van Beethoven een volgende symfonie te schrijven? De Duitse componist Johannes Brahms (1833 – 1897) liep al jaren met een nieuwe symfonie op zak, maar had te veel zelfkritiek om deze uit te geven. Aangemoedigd door zijn vriendin, de pianiste Clara Schumann bracht hij uiteindelijk zijn Symfonie 1 uit. We schrijven het jaar 1876, Brahms was 43 jaar en in die tijd al een beroemd componist. De kritieken waren lovend. Maar het deed de componist geen plezier dat zijn Symfonie 1, de tiende van Beethoven werd genoemd. Gezegd moet worden dat het laatste deel inderdaad verwantschap heeft met het slot van Beethovens negende.
Een jaar later, in 1877 componeerde Brahms zijn Symfonie 2. Vergeleken met Symfonie 1 (toonsoort c mineur) is deze symfonie vrolijk te noemen. Symfonie 2 staat in D majeur en wordt de Pastorale genoemd. Zowel Symfonie 2 als Symfonie 3 uit 1883 gaven de componist zoveel succes dat hij in steden buiten Duitsland werd uitgenodigd. Menig Brahms liefhebber beschouwt de Symfonie 3 in F majeur als zijn mooiste.
Het jaar 1883 mag als productief beschouwd worden daar de componist behalve zijn Symfonie 3, nog twee belangrijke werken schreef: Vioolconcert en Pianoconcert 2. In Symfonie 3 schrijft Brahms een soort leidmotief, een motief dat door het gehele werk te horen is. Aan het begin van de symfonie wordt het motief voorgesteld door drie akkoorden.
Men kenmerkt Symfonie 4 wel als zijn Magnus opus, zijn beste werk dus. Al beweren anderen dat dit zijn Deutsches Requiem is. Symfonie 4 opus 90 staat in de toonsoort van e mineur. De première was in 1885. Zoals gezegd is het altijd één van Brahms topwerken geweest.
(Zowel Symfonie 1 als Symfonie 4 zijn als zelfstandig item in het archief opgenomen).
BRAHMS SYMFONIEEN NUMMER 637