Chopin – Walsen
Frédéric Chopin werd in 1910 in het Poolse dorp Zelazowa Wola geboren, hij stierf in 1849 in Parijs. Hij was een wonderkind aan de piano en zou zijn hele leven met het instrument verbonden blijven. Wellicht is hij de meest bekende componist die Polen ooit heeft voortgebracht. In zijn composities verklankte hij de Poolse volksmuziek: preludes, nocturnes, ballades, en walsen. Hij was op en top romanticus en nationalist. In zijn jeugd maakte Chopin kennis met walsen, zowel in Polen als in Wenen.
De Wals is een dans in driekwartsmaat welke is ontstaan omstreeks 1770 in Oostenrijk en Zuid-Duitsland. Bekende componisten van het eerste uur (voor de danszaal) waren Strauss Sr. en zijn zoon Strauss Jr. Walsen als concertuitvoering, meestal voor piano maar ook voor orkest, werden geschreven door Chopin, Brahms, Liszt, en ook Strauss Jr.
Van de ongeveer 25 walsen die Chopin schreef zijn er een zeventiental bewaard gebleven. Hij schreef deze in de periode 1829 – 1848. Acht walsen werden tijdens zijn leven gepubliceerd. Ook zijn er een aantal walsen verloren gegaan. De walsen behoren tot de meest populaire werken van Chopin. De componist zijn voorliefde ging uit naar de Pleyel vleugel om zijn lichte aanslag.
In tegenstelling tot de walsen van Johann Strauss, de koning van de wals, zijn de walsen van Chopin niet in de eerste plaats bedoeld om op te dansen, met uitzondering van Grande Valse Brillante opus 18, Wals opus 64 no 2, en Wals opus 70 no 2.
De Grande Valse Brillante in Es was de eerste wals voor pianosolo. De wals werd in 1833 in Wenen gecomponeerd. Het stuk was uitermate populair en werd later zelfs gebruikt in stomme films en tekenfilms.
Een andere bekende wals is de Minutenwals, opus 64 in Des, 1847.
Acht walsen werden er tijdens zijn leven uitgegeven, waaronder de twee bovengenoemden. Meest bekende walsen:
- Grande Valse Brillante in Es majeur Op. 18, 1833
- Grande Valse Brillante in As-majeur Op. 34 No. 1, 1833
- Grande Valse Brillante in A-minor Op. 34 No. 2, 1834/38
- Grande Valse Brillante in F-major Op. 34 No. 3, 1834/38
- Grande Valse in As majeur Op. 42
- Minuten Wals in Des majeur Op. 64 No.1, 1847
- Wals in Cis mineur Op. 64 No.2, 1847
- Wals in As majeur Op. 64 No. 3, 1847
- Wals in. As majeur Opus 69 No.1, 1835
- Wals in B-mineur Opus 69 No. 2, 1829
- Wals in Ges majeur Opus 70 No.1, 1832
- Wals in F-mineur Op. 70 No.2, 1842
- Wals in Des majeur Op.70 No.3, 1829
- Wals in E-mineur, 1830
- Wals in Es majeur, 1829, 1830
- Wals in As-Majeur, 1830
- Wals in Es majeur, 1840
Heeft u een opmerking of aanmerkingen over dit item, horen wij dit graag van U.
CHOPIN WALSEN NUMMER 988
Nota bene
Een ziekelijk man, die Chopin. Mijn kleine lijk, noemde zijn vriendin hem. Een collega pianist zou hem betitelen als ziekenzaaltalent… Hij zou sterven aan tuberculose.
Anderen spraken met eerbied over hem. Hoeden af heren een genie, zou collega en muziekcriticus Robert Schumann geschreven hebben in zijn muziekblad Neue Zeitschrift für Musik.
Chopin liet de piano klinken zoals niemand dat kon. Zij beste werken zijn daarom ook voor piano solo. Componeren voor orkest ging hem slechter af. Zo zouden zijn twee pianoconcerten niet door alle musici in dank zijn afgenomen. De orkestleden vonden dat de piano al het werk deed en zij er voor spek en bonen bij zaten met hun begeleidingsnoten.