Debussy – Syrinx

Het impressionisme is een stijl die in de tweede helft van de negentiende eeuw ontstond. De naam is ontleend aan de schilderkunst. In de schilderkunst ontbraken strakke lijnen, duidelijke vormen en felle kleuren. Het weergeven van indrukken en stemmingen zijn belangrijk. Een groot impressionistisch schilder was Claude Monet (1840 – 1926).

Voor de muziek betekent het impressionisme dat strakke ritmes en afgeronde melodieën nauwelijks nog voorkomen. Daarnaast klinkt impressionistische muziek vaak geheimzinnig en hebben de langzame delen dikwijls een dromerige sfeer. De melodieën klinken ook wel exotisch en oosters. Een voorbeeld is hiervan is het 3 minuten durende stuk Syrinx uit 1913 voor fluitsolo van Claude Debussy (1862- 1918).

In zijn vaak dromerige muziek probeerde de Franse muziekvernieuwer Claude Debussy geuren, beelden en stemmingen op te roepen. Opvallend is zijn instrumentatie: die is geheel anders dan de traditionele Germaanse muziek van componisten als Wagner, Bruckner en Mahler die met hun gigantische opera’s en symfonieën soms de voegen uit de concertzalen speelden. Debussy had een voorkeur voor zacht klinkende instrumenten zoals de harp, trompetten met demper, hobo en dwarsfluit. Vooral de dwarsfluit wordt veelvuldig door hem voorgeschreven. We denken dan aan zijn beroemde Prélude à l’aprèsmidi d’un faune en vooral aan één van zijn laatste composities, Syrinx, een stuk voor dwarsfluit, refererend naar de mythe van de Griekse nimf Syrinx.

DEBUSSY SYRINX NUMMER 337

Nota bene

Syrinx is een belangrijke compositie voor fluitsolo van Claude Debussy.

In de Griekse mythologie is Syrinx een belangrijk figuur van de panfluit. Syrinx werd bemind en achterna gezeten door de god Pan, deze wilde haar liefde. Net voor de aanranding veranderde Syrinx in een riet. Pan, die in paniek geraakt was, maakte van het riet een fluit, de panfluit.

Syrinx is eveneens het spraakorgaan van de vogel. Deze bevindt zich aan het einde van de luchtpijp. De vogel heeft geen stembanden. Het geluid wordt geproduceerd door het trillen van het kraakbeen en membranen.