Delius – Appalachia
De Engelsman Frederic Delius (1862-1979), zoon van Duitse emigranten, werkte geruime tijd op zijn eigen sinaasappelplantage in Florida. Dit verblijf in een tropische omgeving heeft zijn sporen achtergelaten in zijn muziek. Niet alleen de natuur, maar ook de zwarte loonarbeiders die onder het werk liederen zongen, hebben zijn werk sterk beïnvloed.
Delius gebruikte vaak grote orkesten. De melodieën liggen over het algemeen gemakkelijk in het gehoor, echter de begeleiding doet complex aan. Delius schreef onder andere: Suite Florida, Over the hills and far away, In a summer garden, Summernight on the river, Sea drift, Brigg fair en Walk to the Paradise garden.
In Appalachia (de oude Indiaanse naam voor Noord-Amerika) uit 1903 wordt een muzikaal bluesachtig motiefje eindeloos herhaald. Het betreft een meesterlijke reeks variaties op een oud negerlied of slavenlied. Het orkest klinkt hier en daar zwevend, als wil het er niet bij horen. Als filmmuziek volgt het haar weg zoals de componist het neerschreef. Maar boven de haast nietszeggende melodieën klinkt het motief dat geen moment met rust gelaten wordt. Zelfs als in het slotgedeelte een koor komt opdagen, wordt het bluesmotiefje door de zangers gemurmeld. Delius heeft aan dit veertig minuten durende stuk diverse jaren gesleuteld. In 1896 verscheen Appalachia in de grondverf en pas zeven jaar later verscheen de definitieve versie voor orkest en koor.
Het werk heeft verschillende titels meegekregen. De meest gebruikte is kortweg Appalachia, maar de oorspronkelijke titel luidt: Appalachia, variaties over een oud negerlied.
Heeft u een opmerking of aanmerkingen over dit item, horen wij dit graag van U.
DELIUS APPALACHIA NUMMER149
Nota bene
Hij moest en zou de familietraditie als handelsondernemers voortzetten. Hij werd naar Florida gezonden om een sinaasappelplantage te beheren. In plaats daarvan bracht hij zijn tijd door met muziek maken en omgang met Afro-Amerikaanse muzikanten. Luister naar zijn Florida Suite.
Tijdens zijn zoektocht naar erkenning ontmoette hij Grieg die hem adviseerde om serieus compositie te gaan studeren. Dankzij de steun van deze grote componist stond hem niets meer in de weg om naar het conservatorium in Leipzig gaan.
Later zou hij de voorkeur geven aan een kluizenaarsleven. Hij bewoonde met zijn vrouw Jelka een afgelegen huis in Frankrijk.
Hij had een hekel aan het geluid van spelende kinderen en schreef ooit aan een vriend dat hun lawaai een afschuwelijke onderbreking van het componeren was.