Fauré – Cantique de Jean Racine

Gabriel Fauré (1845-1924) de minzame componist, koorleider en organist van de beroemde Parijse kathedraal de Madeleine en leerling van Camille Saint-Saëns (1835 – 1921), werd door leerlingen en collega’s vanwege zijn milde karakter op handen gedragen. Ook in zijn muziek treft men verfijning en gevoeligheid aan. Ongetwijfeld geldt zijn Requiem (zonder de verschrikkingen van het laatste oordeel, het Dies Irae) als zijn meest geliefde werk.

Fauré heeft veel voor het Franse lied betekend. Zijn zettingen op gedichten van Paul Verlaine (1844 – 1896) vormen het hoogtepunt van zijn liedkunst, waarin hij als voorwaarde stelt dat een lied uit twee melodieën moet bestaan. Zowel de zanger als de piano moeten melodische lijnen vertolken, dus de piano mag in geen geval louter begeleiden.

De kracht van Cantique de Jean Racine uit 1866 voor orgel en gemengd koor zit hem in de eenvoud. Vredige orgelklanken openen dit werk. Het mannenkoor opent met een eenvoudig, maar mystiek beladen koraalachtige melodie. Als het vrouwenkoor het werk completeert, zijn we getuige van een van de mooiste werken van Fauré. Er bestaat ook een uitvoering voor strijkers en gemengd koor. Fauré was negentien jaar toen hij het stuk componeerde. Hij won de eerste prijs toen hij afstudeerde aan de school voor kerkmuziek.

De Fransman Jean Racine (1639-1699) was een Classicistisch dichter en tragedieschrijver die in zijn geschriften de dwaasheid van de mens aan de kaak stelde. Een bekend werk van hem is de tragedie Phèdre uit 1677. In 1660 schreef Racine ter gelegenheid van het huwelijk tussen Lodewijk XIV en Maria Theresia La nymphe de la Seine.

FAURE CANTIQUE DE JEAN RACINE NUMMER 350