Glazoenov – Vier seizoenen

Als 16-jarige schreef de Rus Alexander Glazoenov (1865-1936) zijn eerste symfonie. Grote Russische muziekmeesters als Rimsky-Korsakov en Balakirev bemoeiden zich met hem, maar al spoedig zou blijken dat zij de jonge componist weinig meer konden leren. Hij raakte bevriend met Tsjaikovski. Op de wereldtentoonstelling in Parijs (1889) maakte hij als dirigent zijn eigen muziek en die van zijn Russische collega’s internationaal bekend door deze op de lessenaars te zetten tijdens de Russische concerten.

Behalve componist (de Russische Brahms wordt hij wel genoemd) was Alexander Glazoenov een multi-instrumentalist. In 1906 werd hij directeur van het conservatorium in Moskou. Hij verliet, zoals zovele Russische kunstenaars, het land om het strenge regime te ontvluchten. Waarop Sovjetbonzen zijn muziek genadeloos afkraakten.

Glazoenov componeerde behalve een Concert voor saxofoon, het inmiddels vaak uitgevoerde Vioolconcert in a mineur en De vier seizoenen.

De balletmuziek de Vier seizoenen ontstond door een opdracht van het Russisch Keizerlijk ballet en werd voor het eerst uitgevoerd op 7 februari 1900 in Sint Petersburg.

Dat de Russische winters erg koud zijn is bekend. Wellicht dat Alexander Glazoenov daarom zijn Vier seizoenen uitgerekend met dit seizoen begint. Hij portretteert de winter met snelle toonladderfiguren, trillers en hol klinkende akkoorden. Een sierlijke fluitsolo geeft het startsein voor een winterballet dat begint met een sprankelende polonaise. Hierna is het de beurt aan de lente, die wordt geïntroduceerd met ruisende glissando’s van de harp. De zomer wordt uitgebeeld met wiegende ritmes die het wuivende koren verbeelden. De herfst is gecomponeerd als een muzikaal bacchanaal.

GLAZOENOV DE VIER SEIZOENEN NUMMER 294