Janáček – Suite voor strijkers

De Tsjech Leoš Janáček (1854-1928) was de zoon van een dorpsonderwijzer. Hij deed zijn eerste muzikale ervaring op als koorzanger. Janáček werd muziekleraar met als specialiteit koordirectie. De menselijke stem heeft dan ook in veel van zijn composities een hoofdrol gespeeld. Ook heeft hij zich toegelegd op het verzamelen van volksmuziek uit Moravië. In 1919 richtte hij in Brno een orgelschool op, deze zou later overgaan in het conservatorium van Brno.

Janáček heeft heel zijn lange leven geworsteld met inspiratie en… vrouwen! Hij had een sterke voorkeur voor (zeer) jonge vrouwen. Hij trouwde toen hij zesentwintig was met een meisje dat amper vijftien jaar was. Het huwelijk liep overigens op een fiasco uit. Ook als oude man bleef zijn belangstelling voor jonge vrouwen onveranderd. In 1923 schreef de bijna zeventig jaar oude (en gehuwde!) componist in een vlaag van verliefdheid in slechts negen dagen zijn eerste strijkkwartet, de Kreutzersonate naar Tolstoi. Hij droeg dit meesterwerk op aan zijn 40 jaar jongere vriendin Kamilla.

De vorm van de zesdelige Suite voor strijkers uit 1877 lijkt aan te sluiten bij een divertimento van Mozart of een suite van Bach. Het typische Janáček geluid zult u in dit werk moeten missen. Aan de mozaïek achtige muziekpassages, alsmede aan de zich steeds herhalende klankmotiefjes was de componist toen nog niet toe. Voorlopig zat Janáček nog in de school van landgenoot Dvořak, en had wat eigen stijl betreft nog een lange weg te gaan.

Toen Janáček Suite voor strijkers schreef, was hij drieëntwintig. Het heftige en tegelijkertijd zo beroemde geluid van de Janáček-machine op haar hoogtepunt zou vooral te horen zijn in zijn vermaarde Sinfonietta uit 1925.

JANÁČEK SUITE VOOR STRIJKERS NUMMER 409