Lalo – Symphonie Espagnole
Edouard Lalo (1823-1892) werd geboren in het Franse Lille. Hij was van Spaanse afkomst. Hij studeerde cello en viool aan het conservatorium in Parijs. Hoewel zijn ouders zijn muzikale aspiraties stimuleerden, wezen ze zijn plannen om carrière te maken in de muziek af. Dit was de reden dat hij al op zestienjarige leeftijd het ouderlijk huis verliet.
Lange tijd speelde Lalo als violist en altviolist in een strijkkwartet. Zijn liefde en kennis voor de viool en cello blijkt uit de vele muziekwerken die hij voor deze instrumenten schreef. Componeerde hij aanvankelijk liederen en strijkmuziek voor kleine bezetting, na 1870 ging hij over tot grote orkestwerken en kreeg daarbij direct erkenning van het publiek.
In 1873 schreef hij zijn meest bekende werk, de Symphonie Espagnole in d mineur voor viool en orkest, opus 21. Het stuk bevat een zeer virtuoze vioolpartij. Hij droeg hij het op aan meesterviolist Sarasate. Dat was slim bedacht, want Sarasate was een regelrechte ster die duizenden mensen op de been bracht. Op die manier was Lalo’s Symphonie Espagnole bij voorbaat al verzekerd van succes.
Van richtingen en stromingen moest Lalo weinig hebben. Hij bleef zichzelf en schreef muzikale invallen die hem bevielen. ‘Een melodie behoort mooi te zijn en niet ingewikkeld’, was zijn stelling. Zijn gemakkelijke beoordeling omtrent de normen en waarden over vormen en regels blijkt al uit de titel van het werk. Symphonie Espagnole zit namelijk vol met romantische melodieën, maar heeft geen affiniteit met een symfonie. Daarentegen heeft het alle kenmerken van een vioolconcert. Een ander opmerkelijk vrijheid die Lalo zich veroorlooft is de vijfdeligheid van het stuk.
LALO SYMPHONIE ESPAGNOLE NUMMER 182