Loewe – Ballades

De Duitser Carl Loewe (1796-1869) was organist in Halle. Hij studeerde theologie. In 1820 had hij ontmoetingen met de schrijver en dichter Goethe (1749 – 1832) en de componisten Carl Maria von Weber (1786 – 1826) en Karl Friedrich Zelter (1758-1832), zij spoorden hem aan om in de muziek te gaan. Hoewel Loewe zich met verschillende muzieksoorten heeft beziggehouden, is hij de muziekgeschiedenis in gegaan als grootste componist van het verhalend lied, de ballade.

Schubert, Schumann, Wolf, Brahms en Richard Strauss kennen we als grote componisten van het Duitse lied. Carl Loewe wordt vaak overgeslagen, hoewel hij in bovenstaand rijtje niet zou misstaan.

Loewe is in de eerste plaats de componist van ballades (verhalende liederen). Vaak wordt het beroemde gedicht Erlkönig (door Goethe), door Schubert op zeventienjarige leeftijd op muziek gezet, vergeleken met de toonzetting van Loewe. Een opmerkelijk verschil is dat Schubert de coupletten verschillende melodieën geeft, terwijl Loewe voor elk couplet dezelfde melodie schreef. Veel muziekliefhebbers geven de voorkeur aan de prachtige Loewe versie.

Behalve Erlkönig mogen ook de volgende Loewe-ballades niet onvermeld blijven: Der Nöck, Die Uhr, Edward, Prins Eugen, Kleiner Haushalt, Archibald Douglas en Tom der Reimer.

LOEWE BALLADES NUMMER 298