Moessorgski – Boris Godoenov

Modest Moessorgski (1839-1881) speelde reeds op negenjarige leeftijd moeilijke stukken van pianogrootheid Franz Liszt (1811 – 1886). Zijn vader stuurde hem echter niet naar het conservatorium, maar naar de militaire academie. Doch eenmaal in het uniform van officier nam Moessorgski in 1858 ontslag uit het leger en zocht zijn heil in de muziek. De twee passies van Modest Moessorgski werden muziek en alcohol. Het eerste maakte hem onsterfelijk, aan het tweede is hij ten gronde gegaan.

Men noemt de componist het enfant terrible van de Russische muziek. Aan regels stoorde hij zich nauwelijks, hij voert en vertrouwt blind op zijn onuitputtelijke fantasie. Denk daarbij alleen maar aan zijn pianocyclus Schilderijen van een tentoonstelling (lees nummer041).

Zeven jaar voor zijn ellendige dood schreef Moessorgski de opera Boris Godoenov (of Godunov) op het drama van Alexandr Poesjkin (1799 – 1837).  Als librettist bracht de componist in de tekst ingrijpende veranderingen aan. Al in 1869 verscheen een eerste versie die echter afgekeurd werd. Na lang sleutelen en een nieuwe opzet kwam in 1874 de premiere in het Mariinskitheater in Sint-Petersburg. De opera vertelt ons over de moord op een kind, de wettelijke troonopvolger, de toekomstige machthebber van Rusland. En over de strijd tussen het rooms-katholieke) Polen en het orthodoxe Rusland. Men hoeft echt geen Russisch te verstaan om in het stuk een meesterwerk te herkennen. Boris Godoenov werd rond 1900 herzien door orkestraties van de componisten Rimski-Korsakov en Dmitri Sjostakovitsj.

Tijdens wereldtentoonstellingen die in Parijs gehouden werden in de tweede helft van de negentiende eeuw, was men verrukt over de Russische muziekbijdragen. En dan in het bijzonder van Tsjaikovski en Moessorgski. 

Er bestaan twee verschillende versies – verhaallijnen – van de opera Boris Godoenov. In ieder geval speelt het een en ander zich rond 1600 af. Als regent was Boris Godoenov een goed bestuurder, die het land rust en welvaart bracht. Als Boris tot tsaar wordt gekroond wordt het nieuws door het volk met blijheid ontvangen. Tsaar Boris is niettemin droevig gestemd, zijn geweten knaagt aan hem hetgeen hem tenslotte tot waanzin drijft. Hij heeft namelijk de wettige troonopvolger Dmitri (een kind nog) laten vermoorden. Kindermoord dus! Na zijn kroning tot tsaar ging er van alles mis, er brak een hongersnood uit. Het volk begreep direct hoe dit kwam: Gods straf voor de kindermoord. Als een kroniekschrijver vertelt dat een blinde bij het graf van Dimitri weer ziende werd, trekt Boris het boetekleed aan en pleegt zelfmoord.

Luister naar de indrukwekkende Kroningsscène.

Heeft u een opmerking of aanmerkingen over dit item, horen wij dit graag van U.

MOESSORGSKI BORIS GODOENOV NUMMER056

Nota bene

In de tweede helft van de 19e eeuw maakte de nationalistische componistengroep De Machtige Vijf de muzikale dienst uit in Rusland. Het machtige Hoopje werd de groep ook wel genoemd of in het Engels The Mighty Five. De leden waren Rimski-Korsakov, Moessorgski, Balakirev, Cui en Borodin, maakten de muzikale dienst uit in Rusland. Zij hielde de traditionele muziek uit hun land in ere.

Tsjaikovski hield zich afzijdig van de groep, hij componeerde naar westerse ideeën.

Eigenlijk waren deze muziekgiganten amateurs. Borodin was chemicus, Balakirev wiskundige, Moessorgski ambtenaar en Rimski-Korsakov en Cui militair. De vijf werkten vooral in Sint-Petersburg.