Mozart – Concert fluit en harp

De in het Oostenrijkse Salzburg geboren componist en pianist Wolfgang Amadeus Mozart (1756 – 1791) schreef het Concert voor fluit en harp  toen hij tweeëntwintig jaar was en op dat moment met zijn moeder in Parijs verbleef. Het was allesbehalve een gelukkige tijd in de Franse hoofdstad. Zijn moeder werd ernstig ziek en overleed in juli 1778 op 57 jarige leeftijd onder erbarmelijke omstandigheden. Het hotel waar Mozart in logeerde was slecht en koud. Hij sprak nauwelijks Frans en had weinig succes met zijn optredens waar hij niets of weinig voor ontving.

Een paar maanden voor de dood van zijn moeder, in april 1778 tijdens zijn verblijf aan het hof van graaf De Guines componeerde Mozart het Concert voor fluit en harp. De graaf was een voortreffelijk amateur-fluitist en zijn dochter speelde harp. Het opgewekte werk kent drie delen: snel, langzaam, snel. Behalve het begeleidende strijkorkest worden twee hobo’s voorgeschreven (of fagotten) en twee hoorns.

Van de componist is bekend dat hij, als hij in opdracht componeerde, de moeilijkheidsgraad aanpaste aan de spelers. Zo had de fluit van graaf De Guines een speciale constructie (twee extra tonen) die door Mozart in zijn compositie werden gebruikt. In 1778, het jaar dat hij in Parijs verbleef componeerde Mozart eveneens zijn Symfonie nr. 31 KV 297 bijgenaamd de Parijse Symfonie. Dubbelconcerten zoals het Concert voor fluit en harp KV 299 van Mozart komen voort uit het Concerto Grosso, een compositievorm vooral gehanteerd en groot gemaakt door de Italianen, waaronder Corelli (1653-1713). Het Concerto grosso betreft een muzikaal samenspel tussen een klein ensemble, het concertino, dat meestal bestaat uit twee of drie violen en klavecimbel, en het grote orkest. Ook Bach beoefende deze compositievorm in onder andere zijn Brandenburgse concerten.

MOZART CONCERT VOOR FLUIT EN HARP NUMMER 381

Nota bene

Toen hij vijf jaar was componeerde hij zijn opus 1, het Menuet in G (KV1) voor piano, of liever gezegd voor klavecimbel. Men was in Mozarts tijd drukdoende een Hammerklavier te ontwikkelen.

Later zou Mozart behalve componist en pianist, organist, violist en dirigent worden. Zijn muziek behoort tot het Classicisme, waarin gestreefd wordt naar evenwicht en beheersing.

Mozart was tien toen hij met zijn vader en zusje Amsterdam aandeed. De wonderkinderen met papa Leopold logeerden in een logement in de Warmoesstraat.

Leopold fungeerde als leraar en manager over zijn twee wonderkinderen Wolfgang en zijn vijfjaar oudere zusje Nannerl.