Mozart – Hoboconcert

In de jaren zeventig van de achttiende eeuw kwam de muzikale salon in Wenen in de belangstelling te staan. Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791) trad er vaak op. De muzieksalons gaven een enorme impuls aan het openbare muziekleven en breidde zich uit naar andere grote steden. Hierdoor werden veel concerten geschreven en uitgevoerd. Ook hield men veel zogenaamde muziekwedstrijden. Vanaf dat moment hadden de adel en de kerk niet meer het alleenrecht op het muziekleven, maar werden ook de lagere adel en de gegoede burgerij in staat gesteld naar wereldlijke muziek, bijvoorbeeld soloconcerten, te luisteren.

De blaasinstrumenten waar Wolfgang Amadeus Mozart geschiedenis mee geschreven heeft, zijn de klarinet en de hoorn. In het jaar 1777 componeerde hij zijn enige (?) Hoboconcert. Bekend is dat Mozart zijn soloconcerten voor blaasinstrumenten speciaal schreef voor een bekend persoon of een vriend. Hij was dan op de hoogte van de vaardigheden van de instrumentalist zodat hij rekening hield met diens kundigheid. Het Hoboconcert werd geschreven voor de Italiaan Giuseppe Ferlendis, hoboïst bij de Hofkapel in Salzburg.

Hoboconcert in C KV 314 werd in 1778 vijf maal uitgevoerd. Mozart scheen overigens ontevreden te zijn geweest over het concert, want in het zelfde jaar werkte hij het om tot Fluitconcert in D.

Onvermeld mag niet blijven het Hobokwartet KV 370 (1781) voor hobo, viool, altviool en cello.

MOZART HOBOCONCERT NUMMER 400

Nota bene

Maria Anna Mozart, gewoonlijk Nannerl genoemd is op 9-jarige leeftijd een beroemdheid in Salzburg. Ze is een wonderkind. Nannerl krijgt dagelijks les van haar vader op het klavecimbel. Haar vier-en-een-half jaar jonger broertje is eveneens dol op muziek. Spoedig krijgt hij ook les van zijn vader en overtreft op een gegeven moment zijn zusje.

Als de kinderen zes en tien zijn treden zij op voor keizerin Maria Theresa. Behalve normale stukjes doen ze ook trucjes zoals geblinddoekt spelen of met een lap over het klavier. Ze worden beloond met bonbons en mandarijntjes en door een kunstschilder worden er portetten van het tweetal gemaakt.