Pergolesi – Stabat Mater
De Italiaan Giovanni Pergolesi (1710-1736) werd geboren in Pozzuoli als zoon van een schoenmaker. Hij heeft zijn korte leven hoofdzakelijk in Napels doorgebracht. Als twaalfjarige werd hij door een weldoener naar deze stad gestuurd om er muziek te studeren. Na zijn opleiding nam de prins van Stigliano hem in bescherming. Pergolesi, die viool en orgel beoefende, werd bekend door zijn komische opera’s, waarvan La Serva Padrona (De bazige meid) nog regelmatig uitgevoerd wordt. Als kind bezat Pergolesi een zwakke gezondheid. Later werd bekend dat hij aan tuberculose leed. Toen hij zijn einde voelde naderen, zocht hij onderdak in een klooster. Daar voltooide hij zijn beroemde Stabat Mater (Latijn voor ‘De moeder stond’).
Een van de mooiste, meest indringende stukken muziek uit de religieuze klassieke muziek is het Stabat Mater in f mineur uit 1736 van Pergolesi. ‘Huilend stond de moeder aan de voet van het kruis, waaraan haar zoon te sterven hing’. Zo luidt de beginregel van het gedicht dat omstreeks 1300 geschreven werd ter ere van de Heilige Maria, staande onder het kruis van Jezus. Voor veel componisten was dit de aanleiding om een Stabat Mater te schrijven: Scarlatti, Vivaldi, Rossini, Dvorak, Szymanowski, Poulenc, Jenkins e.a.
Het werk van Pergolesi staat bol van de emoties. Zeer triest is het begin met het verdriet van Maria, doch het Stabat Mater eindigt met vreugde, Paradisi Gloria, de glorie van het Paradijs. Pergolesi schreef het stuk op verzoek van zijn broodheer en de broederschap van de San Luigi-kerk te Napels. De reden zou zijn geweest dat men het bestaande Stabat Mater van Alessandro Scarlatti (1660 – 1725) te ouderwets vond.
Lange tijd gold het Stabat Mater van Pergolesi als hèt schoolvoorbeeld van eenvoudige en ontroerende kerkmuziek. Pergolesi schreef het werk voor twee solostemmen, alt en sopraan (hoge mannenstemmen), strijkers en orgel. Later is er een koor en orkest aan toegevoegd. Maar doorgaans houdt men zich aan de originele partituur van Pergolesi. Vooral de klaagzang aan het begin doet sterk denken aan het beroemde Requiem van Wolfgang Amadeus Mozart (1756 – 1791). Mozart componeerde zijn meesterwerk in zijn laatste levensjaar, Pergolesi schreef zijn Stabat Mater met tussenpozen, hij voltooide het vlak voor zijn dood op zesentwintig jarige leeftijd. Mozart overleed op vijfendertigjarige leeftijd.
Stabat Mater Dolorosa – Cuius Animam Gementem – O Quam Tristis et Afflicta – Quae Moerebat et Dolebat – Quis est Homo – Vidit Suum Dulcem Natum – Eia Mater Fons Amoris – Fac, ut Ardeat cor Meum – Sancta Mater, Istud Agas – Fac ut Portem Christi Mortem –Inflammatus et Accensus – Quando Corpus Morietur
Johann Sebastian Bach gebruikte Pergolesi’s muziek om er een versie van psalm 51 op te zetten: het motet Tilge, Höchster, meine Sünden.
Filosoof Jean-Jacques Rousseau noemde het openingsdeel ‘het meest volmaakte en ontroerende duet dat ooit uit de pen van een componist is gevloeid.
Heeft u een opmerking of aanmerkingen over dit item, horen wij dit graag van U.
PERGOLESI STABAT MATER NUMMER028
Nota bene
In de 15e eeuw kreeg het Stabat Mater de rol van hymne in de katholieke liturgie. Het werd dan gezongen op 15 september Het feest van de zeven smarten van Maria. Het Concilie van Trente verbood het echter vanwege de oneerbiedige meerstemmigheid en het gebruik van niet-Bijbelse teksten.
Velen componeerden een Stabat Mater, waaronder:
Des Prez, Di Lasso, Palestrina, Pergolesi, Charpentier, Tartini, Vivaldi, Haydn, Schubert, Rossini, Dvorak, A en D Scarlatti, Liszt, Kodaly, Verdi, Gorecki, Poulenc, Jenkins, Penderecki, Szymanowski, Pärt e.v.a.