Pijper – Oeuvre

De in Zeist geboren Willem Pijper (1894 – 1947) was in de eerste helft van de twintigste eeuw een belangrijk figuur in het Nederlandse muziekleven. Pijper groeide op in een gezin zonder muzikale ambities, al bespeelde vader tijdens het zingen van psalmen het harmonium.  Van beroep was vader behanger. Omdat Willem aan astma leed kreeg hij tot zijn veertiende les aan huis. Daarna bezocht hij het gymnasium. Om in zijn levensbehoeften te voorzien schreef hij in kranten en tijdschriften en ook verschenen er boeken van zijn hand.

Pijper studeerde piano en muziektheorie in Utrecht. Hij kreeg compositieles van Johan Wagenaar. Zelf zou hij later een nieuwe generatie Nederlandse componisten opleiden, waaronder Henk Badings, Kees van Baaren, Rudolf Escher e.a. In zijn tijd werd Pijper de leider van de Nederlandse avant-garde genoemd.

In 1917 voerde het Concertgebouworkest Pijpers Symfonie 1 uit. Symfonie 2 en 3 zouden respectievelijk in 1921 en1926 verschijnen. Zijn Zes adagio’s uit 1940 is nog een dikwijls uitgevoerd orkestwerk, evenals zijn ca 12 minuten durende Pianoconcert dat hij als 19 jarige componeerde. Orkeststuk met piano noemde hij zijn korte pianoconcert dat in de verte doet denken aan Gustav Mahler. Verder noemen we Fluitsonate, het symfonisch gedicht Halewijn, Zes epigrammen.

PIJPER OEUVRE NUMMER 618

 

Nota bene

Behalve componist was Willem Pijper schrijver over muziek. Hij was een gevreesd criticus die in zijn recensies geen blad voor de mond nam. Ook schreef hij essays o.a. in de Groene Amsterdammer. Hij werd als schrijver gewaardeerd door auteurs als Marsman en Vestdijk.

Pijper maakte tijdens zijn korte leven veel vrienden en vijanden. In 1930 werd hij directeur van het Toonkunst Conservatorium in Rotterdam.

Leerlingen waren o.a. Henk Badings, Rudolf Escher en Henriëtte Bosmans.

Tijdens het bombardement op Rotterdam had Pijper muziekmanuscripten in een bankkluis opgeborgen, de rest van zijn muziek gingen bij hem thuis in vlammen op.

Pijper wordt omschreven als een teleurgesteld mens, verbitterd door zowel zijn loopbaan als de tijd waarin hij leefde.