Rossini – Barbier van Sevilla
Gioachino Rossini (1792-1868) was in zijn tijd misschien wel beroemder dan tijdgenoot Ludwig van Beethoven (1770 – 1827). In ieder geval overtrof hij met zijn opera’s de publieke belangstelling boven die van Beethoven. Toen hij zevenendertig jaar was had hij al achtendertig opera’s op zijn naam staan. De Italiaan verdiende een fortuin met zijn klassieke hits. Het publiek genoot van zijn makkelijk meezingbare melodieën die hij voorschreef in bijvoorbeeld de komische opera’s De barbier van Sevilla (1816) en Wilhelm Tell (1829).
De barbier van Sevilla betreft een opera buffa (= veelal vrolijk van aard, met hoofdrolspelers van gewone komaf. De opera seria is de tegenhanger van de opera buffa). Het verhaal van De barbier van Sevilla baseerde Rossini op het gelijknamige toneelstuk uit 1772 van de Franse schrijver Beaumarchais (1732 -1795).
Het meisje Rosina is opgesloten door haar jaloerse voogd dokter Bartolo. De dokter is bang dat ze verliefd wordt op een ander en aast ook nog eens op haar erfenis. Om het huis van de dokter binnen te dringen, vermomt graaf Almaviva, de minnaar van Rosina, zich als een dronken soldaat en een ander keer als priester. Met behulp van de slimme kapper en manusje-van-alles Figaro lukt het de twee geliefden met een gepikte trouwakte in het huwelijk te treden.
Een geliefd moment uit de opera is de aria Largo al fatotum, een voorbeeld van Rossini’s komisch talent. In de aria pocht Figaro over zijn kwaliteiten als kapper, vertelt over zijn prettige leven en schept op over zijn populariteit in het dorp. Eigenlijk komt hij woorden te kort en ratelt in een razendsnel tempo zijn bezigheden op. Een ander hoogtepunt is de serenade Ecco ridente in cielo die Almaviva zijn geliefde toezingt aan het begin van de opera.
Heeft u een opmerking of aanmerkingen over dit item, horen wij dit graag van U.
ROSSINI BARBIER VAN SEVILLA NUMMER 139
Nota bene
De Franse veldheer Napoleon Bonaparte hield veel van muziek, met name opera’s. Gek genoeg hadden Italiaanse opera’s de voorkeur, met name als er mooie sopranen meezongen. Met een Milanese operazangeres had hij een verhouding. Aan zijn geliefde schreef hij: Muziek weerspiegelt de ziel van de liefde en de troost voor verdriet.
Hij benoemde de beroemde Napolitaanse Giovanni Paisiello tot hof componist evenals de Fransman Etienne Méhul. Hij gaf deze laatste opdracht om vooral in de Italiaanse stijl te componeren. De muziek van Italianen als Bellini, Rossini en Cimarosa gingen er bij de veldheer in als koek.