Schubert – Octet
Franz Schubert (1797 – 1828) was de zoon van een onderwijzer. Hij werd geboren in Wenen. Vader gaf hem vioolles, en ook kreeg hij zangonderricht. Hij werd bewonderd om zijn sopraanstem. De jonge Franz werd aangenomen als zanger bij het Weense hofkapel. Later werd de beroemde hof componist Antonio Salieri een van zijn leraren. Als jongeman diende hij enige tijd bij zijn vader als hulponderwijzer.
Als componist was Schubert een actief persoon. Dagen achtereen componeerde hij, zonder zich de nodige rust te verschaffen. Tijdens uitvoeringen van zijn muziek bleef hij het liefst onzichtbaar voor het publiek. Hij was klein van gestalte, slechts 1 meter 55 cm, brildragend, was bezeten van wandelen door de natuur, had veelal geen vaste woon of verblijfplaats (hij woonde in bij vrienden), schaamde zich soms voor zijn armoedige kleding en had nauwelijks aanspraak met vrouwelijke schoon. Men noemde hem wel spottend Little Mushroom.
Behalve een schat aan Liederen, Pianowerken en negen machtige Symfonieën schreef Schubert veel Kamermuziek, waaronder Strijkkwartetten en een prachtig Strijkkwintet.
In 1824 schreef Schubert het Octet in F. De bezetting: twee violen, altviool, cello, contrabas, fagot, hoorn en klarinet. Men neemt aan dat het werd geschreven als voorbereiding voor zijn Symfonie 9. Het Octet kwam tot stand in dezelfde periode als zijn vermaarde Rosamunde-kwartet en het alom bejubelde kwartet Der Tod und das Mädchen. Tijdens het schrijven van deze meesterwerken leed de componist reeds aan syfilis.
Het Octet werd zijn grootste kamermuziekwerk. De zesdelige compositie duurt meer dan een uur. Het werd besteld door de uit Wenen afkomstige klarinet virtuoos Ferdinat Troyer. Men heeft de neiging het Octet te vergelijken met het Septet van zijn idool Ludwig van Beethoven (1770 – 1827). In dit septet klinken dezelfde instrumenten als bij Schubert, doch met één viool minder. Het eerste deel van het Octet is afgeleid van Schuberts lied Der Wanderer uit 1816, terwijl in het 4e deel het thema klinkt uit zijn Singspiel Der Freunde von Salamanka uit 1815.
SCHUBERT OCTET NUMMER 543
Nota bene
In de top 5 van de meest geliefde klassieke componisten komt Franz Schubert meestal wel voor. De luisteraar verslindt zijn liederen, zijn kamermuziek en symfonieën.
Schubert zelf was een somber mens. Hij was slordig, lustte een slokje en was niet groter dan een meter vijftig. Het was daarom niet verwonderlijk dat men hem de bijnaam kabouter of paddenstoeltje (schwammerl) gaf. Met zijn kleine gestalte had hij daarom vrees voor het podium.
De meest droevige verhalen of gedichten zette hij om in liederen. Luister maar eens naar zijn Winterreise waarin een jongeman in het holst van de nacht afscheid van zijn vriendin moet nemen en na veel omzwervingen een plaatsje zoekt op het kerkhof…