Schütz – Religie
De Duitser Heinrich Schütz (1585 – 1672) wordt beschouwd als de voorloper van Johann Sebastian Bach. Zowel Schütz als Bach komen uit het oosten van Duitsland (deelstaat Thüringen). Beide componisten waren Lutheranen en hebben veel Protestantse kerkmuziek geschreven.
Schütz was de zoon van een herbergier. Als kind viel hij op door zijn mooie jongenssopraan. Als puber kreeg hij een gedegen klassieke schoolopleiding met vakken als Grieks, Latijn, Kunst en Muziek. Aanvankelijk was het plan om rechten te gaan studeren, maar het werd uiteindelijk toch een muziekstudie.
Door een weldoener kon Schütz studeren bij de vermaarde Giovanni Gabrieli (1555- 1612), componist en kapelmeester van de San Marco in Venetië. Terug in Duitsland kreeg hij de leiding over het hofkapel in Dresden, misschien wel de belangrijkste muziekinstelling van het protestante Duitsland. Voor dit kapel, bestaande uit zangers en instrumentalisten schreef Schütz zowel instrumentale muziek als kerkmuziek, waaronder psalmen.
Drie grootschalige werken: 1.Matthäus-Passion (Historia des Leidens und Sterbens unseres Herrn und Heiland Jesu Christi nach dem Evangelisten Matthäus) . 2.Paas Oratorium (Historia der Auferstehung Jesu Christi), wellicht het eerste oratorium uit de muziekgeschiedenis. 3. Kleine Geistliche Konzerte (1636 – 1639) Meer dan 3 uur geestelijke muziek voor zes zangstemmen en begeleiding. Behalve religieuze muziek componeerde Schütz Madrigalen (meerstemmige wereldlijke liederen). Bovendien schreef hij de eerste Duitse opera, Dafne (1627).
SCHÜTZ RELIGIE NUMMER 731