Sibelius – Symfonie 1 en 2

Rond 1900 was de Fin Jean Sibelius (1865-1957) (zijn echte voornaam was Johan) een internationale bekendheid aan het worden. Hij maakte reizen naar Amerika en Europa. In de jaren veertig van de vorige eeuw toonde een onderzoek aan dat Sibelius onder de Amerikaanse bevolking de meest populaire klassieke componist was. Jean Sibelius schreef zeven symfonieën. Zijn inspiratie vond hij vaak in de uitgestrektheid van zijn vaderland en zijn liefde voor de Scandinavische natuur. Het waren de bossen, velden en meren waar de componist reeds als kind zijn tijd het liefst doorbracht. Bij het grote publiek zijn de Symfonieën 1 en 2 zeer geliefd, maar ook worden zijn overige symfonieën regelmatig uitgevoerd.

De Symfonieën 1 en 2 (gecomponeerd tussen 1899 en 1901) worden vaak als melodramatisch omschreven. Met de Eerste symfonie in e mineur lijkt Sibelius nog in de Romantiek te zitten, terwijl de Tweede symfonie in D majeur als fel, vurig en patriottisch wordt omschreven. De symfonieën staan dicht bij de laatste symfonieën van Tsjaikovski (1840 – 1893). Sibelius vond deze vergelijking alles behalve aangenaam, hij wilde juist Finse muziek schrijven. Voor zijn symfonische gedichten en vocale werken gebruikte Sibelius vaak gedichten en verhalen uit de Finse literatuur met name uit de Kalevala, het Finse nationale epos.

Erg vrolijk klinken Sibelius’ symfonieën niet. Thema’s worden vaak onderbroken of ontbreken in zijn geheel. Het zijn vaak korte motiefjes die gaandeweg aan elkaar gelijmd worden om een volledige melodie te vormen. Somber en guur zijn de trefwoorden die door musicologen gebruikt worden. Een uitzondering betreft het beroemde symfonisch gedicht Finlandia en het bijzonder mooie Vioolconcert. Men noemt Sibelius wel de meest originele symfonicus na Ludwig van Beethoven (1770 – 1827). Ondanks zijn grote populariteit en zijn jaarlijkse toelage van de Finse regering, zette Sibelius de laatste dertig jaar van zijn leven geen noot meer op papier.

Gemakkelijk was Sibelius tijdens het componeren niet voor zich zelf. Dagenlang was hij onafgebroken met een stuk bezig. Niemand mocht hem storen. Het minste of geringste geluid deed hem in woede uitbarsten.

SIBELIUS SYMFONIE 1 EN 2 NUMMER 319