Smetana – Strijkkwartet

Enig idee hoe hoog de hoge E op de viool klinkt? De Tsjech Bedřich Smetana (1824-1884) wist dat maar al te goed, het was namelijk zo’n beetje de laatste noot die hij hoorde. De piep in zijn oren verklankte hij met deze aanhoudende hoge E. Hij nam de noot op in het laatste gedeelte van zijn Strijkkwartet Uit mijn leven uit 1876, een autobiografisch werk, en een van de indrukwekkendste stukken kamermuziek uit de muziekhistorie.

Het stuk is een treurige afsluiting van een grote muzikale carrière. Het is een van Smetana’s meest geliefde composities geworden, al kunnen we natuurlijk moeilijk om zijn werken Má Vlast (1870) (Mijn Vaderland met daarin de Moldau) en de opera  De verkochte bruid (1866) heen.

Smetana gaf het Strijkkwartet 1 de bijnaam Uit mijn leven, omdat het in vogelvlucht zijn leven behelst. Overigens deed de Rus Peter Tsjaikovski (1840 – 1893) hetzelfde met zijn Symfonie 6, met de bijnaam Pathetique. 

Het eerste deel uit Smetana’s Strijkkwartet behandelt zijn liefde voor de volksmuziek. Eveneens waarschuwt het werk voor rampspoed (Smetana vluchtte tijdens de revolutie naar Zweden). Opvallend is de prominente altviool solo aan het begin. Het Tweede deel is een polka en doet de componist terugkijken naar de prachtige tijd van zijn jeugd en de vrolijke dansjaren. In het derde deel denkt de componist terug aan zijn geliefde. Het vierde deel bestaat grotendeels uit de rampspoed (die Smetana door de geslachtsziekte syfilis onderging). De gevolgen van de ziekte waren afschuwelijk, Smetana werd doof, deed enkele zelfmoordpogingen en stierf tenslotte in een krankzinnigengesticht.

SMETANA UIT MIJN LEVEN STRIJKKWARTET NUMMER 047