Strauss – Hoboconcert
Een van de laatste grote werken van de Duitser Richard Strauss (1864 – 1949) is het Hoboconcert. Hij componeerde het in 1945. Nog twee grote werken zouden volgen, het symfonisch gedicht Metamorphosen en Vier Letzte Lieder.
Het Hoboconcert is in opdracht geschreven voor de Amerikaanse hoboïst John de Lancie van het Pittsburgh Symphony Orchestra. Deze musicus was in 1945, dicht in de buurt van huize Strauss, als militair in Beieren gelegerd.
Sommige stukken van Strauss kregen minder waardering die misschien beter verdiend hadden. Dit had alles te maken met zijn presidentschap van de Reichsmusikkammer en de door hem gecomponeerde openingshymne voor de Olympische Spelen in Berlijn welke hij zelf dirigeerde.
Het Hoboconcert is een vierdelige compositie waarvan de delen zonder onderbreking in elkaar overgaan (doorgecomponeerd). Het stuk staat in de toonsoort D en duurt circa 25 minuten. Een viertonig motief, aan het begin van het stuk, gespeeld door de cello zal zich door het hele werk laten horen. Men kan hier spreken van een kiemcel. Drie maten na de inzet van de cello speelt de hobo de eerste solo. Voor de tijd waarin het stuk gecomponeerd werd is het geenszins een modern werk. Integendeel, het geheel is tonaal doet zelfs romantisch aan. De bezetting van het begeleidend orkest is klein: 2 dwarsfluiten, 2 klarinetten, 2 fagotten, 2 hoorns en strijkers.
STRAUSS RICHARD HOBOCONCERT NUMMER 643
Nota bene
De schoonheid van de hoboklank heeft veel componisten geïnspireerd om voor het instrument te schrijven.
Complete hoboconcerten werden geschreven door de broers Marcello, Albinoni, Cimarosa, Martinû. Ook grootmeesters als Mozart, Richard Strauss en Telemann schreven een concert voor dit houten blaasinstrument met dubbelriet.
En wat te denken van de klagende althobo uit Symfonie 9 De nieuwe wereld van Dvorák en de hondsmoeilijke Sequenza VII van Berio
Luister ook eens naar Ennio Morricone’s Gabriel’s Oboe uit de film The Mission