Strauss – Hoornconcerten

‘Interessante muziek bestaat niet, alleen goede of slechte’, was de lijfspreuk van de Duitse componist en dirigent Richard Strauss (1864-1949). Hij was geen familie van de beroemde familie Strauss uit Wenen. Hij vond het zelfs vervelend als men hem daar over aansprak.

Strauss was met muziek groot gebracht. Zijn vader, Franz Strauss, was een van de beroemdste hoornisten van de negentiende eeuw. Hij werd wel de Paganini van de hoorn genoemd. Dat zijn zoon Richard een grote liefde voor de hoorn koesterde, was dus niet verwonderlijk. Behalve de twee hoornconcerten die Richard Strauss schreef, liet hij het instrument ook herhaaldelijk belangrijke passages spelen in zijn symfonische gedichten. Luister maar eens naar het imposante hoornthema uit Tijl Uilenspiegel.

Als componist en dirigent mag Richard Strauss tot de groten van de laat-Romantiek beschouwd worden, als mens werd en wordt hij nogal eens in diskrediet gebracht. Strauss was geruime tijd muziekdirecteur van de Reichsmusikkammer in nazi-Duitsland.

Richard was nog maar net achttien toen hij zijn Hoornconcert 1 schreef. Hij droeg dit op aan zijn vader. Voor de zilveren bruiloft van zijn ouders in 1888 componeerde hij een andante voor hoorn en piano. Veel later, pas in 1942, Strauss was toen negenenzeventig, componeerde hij het magistrale Hoornconcert 2. Beide hoornconcerten staan in Es, een stoere, heroische toonsoort die vaak gebruikt wordt in  concerten voor koperen blaasinstrumenten (Hoornconcerten Mozart, Trompetconcert Haydn).

Hoornconcert 2 is stellig één van de mooiste hoornconcerten uit de muziekgeschiedenis. Zonder de gebruikelijke inleiding van het orkest begint de hoorn aan een indrukwekkend klankspel waarin de solist werkelijk alles uit de kast moet halen. Ook in het snelle tweede deel spaart Strauss de hoornist niet. Van de muzikant wordt trefzekerheid en een fabelachtige techniek verlangd. Hoornisten die zich wagen aan dit hoornconcert, moeten veel in hun mars hebben. Maar ook de orkestmusici moeten op het puntje van hun stoel zitten om het stuk tot een goed einde te brengen.

STRAUSS RICHARD HOORNCONCERTEN NUMMER 240

Nota bene

In de oudheid blies met op dierenhoorns.

Rond 1700 gebruikte Händel het instrument in zijn Watermusic.

Voor een vriend schreef Mozart rond 1780 enkele hoornconcerten. Mozart schreef tevens een hoornkwintet.

Haydn componeerde in 1760 een concert voor hoorn en orkest.

Brahms gebruikte steevast hoorns in zijn symfonieën. Hij schreef tevens kamermuziek voor de hoorn, waaronder een hoorntrio.

Richard Strauss schreef indrukwekkende hoornconcerten.

In symfonieën van Bruckner en Mahler komt de hoorn veelvuldig voor. Ook voor Wagner was de hoorn een favoriet blaasinstrument.