Strauss – Symfonisch gedicht

Als 18-jarige studeerde de in München geboren Richard Strauss (1864 -1949) filosofie en kunstgeschiedenis. Op 16-jarige leeftijd had hij reeds zijn opus 1 Festmarsch gecomponeerd. Zijn eerste muzieklessen (viool en piano) ontving hij als jong kind. Hij was de zoon van een beroemd hoornist. Aanvankelijk prees hij de muziek van Johannes Brahms (1833 – 1897), doch hij verafgoodde Richard Wagner 1813 – 1883), vooral nadat hij diens opera Tristan und Isolde had gedirigeerd. De eerste werken van Richard Strauss als componist waren vooral Symfonische gedichten.

Aus Italien opus 16 uit 1886 is het eerste symfonische gedicht van Strauss. Hij componeerde het na een reis door Italië toen hij 22 jaar was. De première was in 1887 in München.

Macbeth is een tragedie van Shakespeare welke in 1607 werd voltooid. Strauss maakte zijn gelijknamige Symfonisch gedicht opus 23 in 1888. De opening van het werk doet al direct denken aan Richard Wagner: muzikale spanning met opzwepend koper.

Don Juan uit 1889 vertelt het verhaal over een rokkenjager en gewetenloze vrouwenverslinder rond 1620. Mozart schreef er in 1887 een opera over, Don Giovanni. Het eendelige symfonische gedicht van Strauss is een wervelend muziekstuk geworden. Don Juan heeft een eigen muzikaal herkenningsthema. De première was in Weimar in 1889. Het stuk duurt iets langer dan 15 minuten.

Also sprach Zarathustra uit 1889 is vooral bekend door het indrukwekkende openingsgedeelte. Strauss liet zich voor dit symfonisch gedicht inspireren door het gelijknamige boek van de filosoof Friedrich Nietzsche (1844 – 1900), waarin teruggegrepen wordt naar de religie van de oude profeet en hervormer Zarathustra (600 voor Christus) die zich inzette voor het recht van de armen en een goede zorg voor het vee. Strauss dirigeerde de première in 1890 in Eisenach.

In 1889 componeerde Strauss Tod und Verklärung. Hij was toen 25 jaar en tijdens het componeren ernstig ziek. Het stuk gaat over een stervende man (artiest) die zijn leven lang gestreefd heeft de hoogste doelen te bereiken. Strauss beschrijft de doodsangst van de man die zijn leven nog niet wil opgeven. Het ritmische motief van de eerste maten, gespeeld door geheimzinnige pauken, geven het nog kloppende hart en het koortsige bloed aan van de stervende. Hevige slagen in het orkest leiden een nieuwe aanval in van de dood. Even nog komt de jeugd terug, maar dan laat de man zijn hoofd voorgoed zakken. Een hartverscheurend stuk muziek van ca 25 minuten.

Tijl Uilenspiegel stamt uit 1895 (Till Eulenspiegels lustige Streiche.) In het eerste hoofdthema, gespeeld door de hoorns, stelt de deugniet Uilenspiegel zichzelf voor. Ook zijn streken later in het stuk zijn goed te volgen, inclusief zijn berechting op het schavot. De avonturen van de legendarische komische held Tijl Uilenspiegel zijn voor het eerst gevonden in Duits-Nederlandse volksboeken omstreeks 1520. Tijl wordt omschreven als een zwerver uit de Middeleeuwen die streken uithaalde als handelaar, kermisklant, student en geestelijke. Hij zou het opgenomen hebben voor de boeren die zich minder voelden dan de stadsmensen.

In 1897 voltooide Richard Strauss Don Quichote, het symfonisch gedicht in F voor cello, altviool en orkest, met als subtitel Variaties op een thema van een ridderlijk karakter. Het stuk is gebaseerd op de roman Don Quixote de la Mancha van de Spaanse schrijver Cervantes (1547 – 1616). De première was in 1898 in Keulen. Het stuk duurt drie kwartier.  De solo cello stelt Don Quixote voor, terwijl schildknaap Sancho Panza vertegenwoordigd wordt door de altviool.

Ein Heldenleben ging in 1899 in première. Het werk werd opgedragen aan het Amsterdamse Concertgebouworkest en haar dirigent Willem Mengelberg. Men heeft het Strauss dikwijls kwalijk genomen dat zijn persoon de hoofdrol vervult in het symfonisch gedicht. Het werk is onder te verdelen in 6 titels die zonder pauzes in elkaar overgaan. 1. Allereerst is daar de held (Strauss zelf), 2. Zijn tegenstanders (Critici), 3. Zijn vrouw die hem bijstaat. 4. Handgemeen tussen de held en zijn critici. Vanzelfsprekend wordt het gevecht gewonnen door de held. 5. De overwinning wordt gevierd. Strauss laat hierin fragmenten horen uit eerdere composities. 6. De held verlaat de bewoonde wereld. Hij gaat een kluizenaarsbestaan aan.

Symphonia Domestica is een muzikale impressie van het gezin Strauss, eigenlijk een autobiografisch werkstuk. Het werk werd in 1903 voltooid. Het is gebaseerd op het dagelijks leven van het gezin Strauss, inclusief het liefdesleven, maar ook ruzies. Behalve het gezin zelf passeren ooms en tantes ook de revue. Collega Gustav Mahler dirigeerde de première in 1904 in Wenen. Het werk heeft zes delen die in elkaar overgaan. Opvallend is de zware orkestratie van 110 instrumentalisten waaronder 8 hoorns en 5 saxofoons!

In 1915 voltooide Strauss de Alpensymfonie voor orgel en uitgebreid symfonieorkest. Het betreft een muzikale beschrijving van een vierentwintig uur durende bergwandeling in de omgeving van Strauss’ woonplaats. Het werk bevat maar liefst 20 delen met titels als: nacht, beklimming, waterval, bloemenweide, dwaalspoor, alpenweide, onweer en storm, mist, zonsondergang… Met een stralende zon in het ochtendgloren opent de Alpensymfonie. Allereerst is daar gerommel en gebrom in de lage registers. Dan met de eerste zonnestralen barst het orkest los.

STRAUSS R SYMFONISCHE GEDICHTEN NUMMER 556