Stravinsky – Petroeska

Vaak worden ze in één adem genoemd: de schilder Pablo Picasso (1881-1973) en de componist Igor Stravinsky (1882-1971). Beide kunstenaars gooiden aan het begin van de twintigste eeuw het roer om in de kunsten. Het belangrijkste slachtoffer was het impressionisme met zijn dromerige klanken en pastelkleuren. Daarvoor in de plaats kwam felheid in kleur en klank. Expressie overdonderde de Impressie. Picasso schilderde voor die tijd de meest afstotelijke gedrochten met keiharde kleuren (‘Ik schilder niet wat ik zie, maar wat ik denk!’, verklaarde de schilder zijn werken). Stravinsky liet blazers en slagwerk de boventoon voeren in zijn werken waarin ritme belangrijker scheen dan melodie.

Na het succes van zijn eerste ballet (De Vuurvogel uit 1910) volgde een jaar later een tweede ballet, Petroeska.  ‘Terwijl ik de muziek componeerde, zag ik duidelijk een pop voor me die plotseling tot leven kwam; Petroeska de onsterfelijke en ongelukkige held van elke kermis in alle landen’, zou Stravinsky later zeggen over het balletstuk Petroeska. In 1911 was de premiere in Parijs. In 1921 bewerkte Stravinsky het stuk voor piano voor Arthur Rubinstein,

Men kan Petroeska met de Nederlandse Jan Klaassen vergelijken. De hoofdrolspeler in dit grote ballet is een wat onbeholpen poppenkastfiguur die meestal de clown probeert uit te hangen.

Petroeska is een Russisch feest met krachtige muziek: vrolijke dans- en draaiorgelmuziek, fanfares en dronken en uitgelaten mensen. Russische volksmuziek en folklore ten top! Het volksfestijn speelt zich af op een kermisterrein waar zich te midden van het feestgewoel de vier  hoofdrolspelers bevinden: Petroeska de clown, de schone ballerina waar de niet al te ervaren Petroeska een oogje op heeft, de rijke Moor die aan het eind van het spektakel uit jaloezie de arme Petroeska aan het zwaard rijgt, en de oude Tovenaar. Stravinsky laat in zijn Petroeska op een schitterende manier kermisgeluiden klinken, geluiden van lolbroeken, dansers, dronkaards en een orgeltje!

STRAVINSKY PETROESKA NUMMER 151

Nota bene

Zelfs door collega componisten werd hij niet voor vol aangezien toen hij met zijn Sacre du Printemps ten tonele verscheen. En inderdaad de uitvoering werd een schandaal. Op de bewuste avond van 29 mei 1913 braken er zelfs tussen mede en tegenstanders gevechten uit. Stravinsky zelf moest ook dekking zoeken. Zelfs zijn leraar, de vermaarde Rimsky-Korsakov noemde zijn werk walgelijk.

Hoe zijn tegenstanders op de lieflijke berceuse uit de Vuurvogel als mede zijn Psalmensymfonie en de Mis voor koor en blazers reageerden is onbekend gebleven.