Tsjaikovski – Balletmuziek
In de negentiende eeuw werd Rusland het middelpunt van het ballet. Tsaar Peter de Grote (1672 – 1725) had eerder de danscultuur van het Westen (met name Frankrijk) naar Rusland gehaald.
Als jongeman al droeg Pjotr (Peter) Tsjaikovski (1840 – 1893) het ballet een warm hart toe. In vuur en vlam deed hij verslag over de techniek en moeilijkheid van het dansen op de tenen, en vertelde hij over zijn idolen van de Dramatische schouwburg. Soms in een jolige bui imiteerde hij een ballerina met zelf verzonnen danspasjes en pirouetten. Ook geneerde hij zich niet om zijn danskunstjes voor lacherige en joelende medeleerlingen van het conservatorium uit te voeren.
Tsjaikovski componeerde drie beroemd geworden balletten voor balletgezelschappen: Doornroosje, De Notenkraker (geïnspireerd op het kindersprookje van E.T.A. Hoffmann (1776-1822)) en Het Zwanenmeer. De componist legde de basis voor een Russische ballettraditie die verder zou opbloeien met balletten van o.a. Prokofjev en Stravinsky. Niet alleen Rusland had oog en oor voor de balletcultuur, ook de rest van de wereld kreeg belangstelling voor de grote klassieke balletten.
Doornroosje is een ballet in 3 bedrijven en ging in 1890 in Sint-Petersburg in premiere. Het verhaal is naar het 17e-eeuwse sprookje De schone slaapster van Charles Perrault. Hoofdrolspeelster is Prinses Aurora bij wie zich op haar zestiende verjaardag een vloek voltrekt.
Het Zwanenmeer, naar een oud Duits sprookje, is misschien wel het hoogtepunt van het romantische ballet. Het verhaal gaat als volgt: prins Siegfried ontmoet de betoverde witte Zwanenprinses Odette aan wie hij eeuwige trouw zweert. Maar de uitdagende zwarte zwaan Odile weet Siegfried te verleiden. Odette verdrinkt vervolgens in het zwanenmeer en wanneer Siegfried haar probeert te redden, volgt hij haar in de dood.
Alle balletmuziek waar Tsjaikovski zo populair mee is geworden, is ontstaan uit opdrachten. Die opdrachten waren simpel, bijvoorbeeld: tweeëndertig maten vrolijke muziek, twaalf maten driekwartsmaat niet te snel, zesentwintig maten droevig klinkende strijkers, enzovoorts. De directeur van het Mariinsky Ballet uit Sint -Petersburg was een belangrijke opdrachtgever.
De componist hoefde niet veel moeite te doen om een stuk balletmuziek op papier te krijgen. Als een soort Mozart – Tsjaikovski’s grote idool – schudde hij de melodieën uit zijn mouw.
Walt Disney gebruikte muziek uit de Schone slaapster voor zijn gelijknamige tekenfilm. Miss Piggy stapte in de spitzen voor een pas de deux uit het Zwanenmeer, ehh Zwijnenmeer…
TSJAIKOVSKI BALLETMUZIEK NUMMER 238
Nota bene
In 1950 verscheen het door Frank Sinatra gezongen lied None but the Lonely Heart geschreven door Lorenz Hart op tekst van Richard Rogers.
Maar niets is minder waar. Het lied werd in 1869 gecomponeerd door de klassieke componist Peter Tsjaikovski op tekst van het Goethe’s gedicht Nur wer die Sehnsucht kennt.
In een Hollywood-achtige sfeer met zwoele strijkers en melancholische blazers zette Sinatra het lied neer. Voorafgaande aan het eerste couplet is er een voorspel gecomponeerd dat weer niets met Tsjaikovski te maken heeft gehad. Vandaar misschien het misverstand…?