Vaughan Williams – The Lark Ascending
Aanvankelijk was Vaughan Williams (1872-1958) historicus van beroep. Maar aan het einde van de negentiende eeuw aanvaarde hij een baan als organist in Londen. In 1910 verscheen zijn meest bekende compositie, De variaties over een thema van Thomas Tallis (Thomas Tallis was een beroemd Engels componist uit de zestiende eeuw). Bijna gelijkertijd verscheen zijn Symfonie 1 (met koor) met de bijnaam Sea Symphony. In 1913 bracht Williams zijn Symfonie 2 uit, de prachtige London Symphony. Ook zijn liederencyclus On Wenlock Edge mag niet onvermeld blijven. Williams bleef tot zijn laatste snik componeren, waarbij het opvalt dat hij op vijfentachtigejarige leeftijd net zo vitaal componeerde als in zijn jonge jaren. Zo kreeg de hoogbejaarde Williams alle lof toegezwaaid over de uitvoeringen van zijn Symfonieën 8 en 9.
Het was al vroeg duidelijk dat Vaughan Williams zich niet met atonale of andere vormen van moderne muziek bezighield. De melodie moest bij hem hoogtij vieren. Denk bijvoorbeeld hierbij aan zijn Variaties over Greensleaves.
The Lark Ascending (De opstijgende leeuwerik) voor viool en orkest uit 1920 is een prachtig stuk romantische muziek. De componist liet zich inspireren naar een gedicht uit 1881 van George Meredith over een lied van een veldleeuwerik. In 1914, aan de vooravond van de eerste wereldoorlog waarin hij later als vrijwilliger gewonden zou gaan verzorgen schreef Vaughan Williams het werk onder dezelfde naam. Het gaat over het opstijgen en gezang van een leeuwerik die de aarde en alle daaraan gebonden dingen achter zich laat. De vogel wordt uitgebeeld doormiddel van een vioolsolo waarbij eveneens het gevoel van een warme zomerdag wordt opgeroepen. Hij schreef het aanvankelijk voor viool en piano. Later werd het herschreven voor viool en orkest. Het stuk is wel omschreven als een romance voor viool en kamerorkest. Het werd een van de populairste stukken onder het Britse luisterpubliek.
VAUGHAN WILLIAMS LARK ASCENDING NUMMER 477
Nota bene
Mozart was een vogelliefhebber, hij had een spreeuw als huisdier.
Messiaen bestudeerde vogelgeluiden welke hij omzette in muziek.
Dvorák was gek van duiven.
Rachmaninov bezat een Leonberger, Poulenc een Terrier, Debussy had zelfs twee honden. Voor de voeten van de pianospelende of componerende Bruckner lag veelal zijn trouwe vette viervoeter Mops. Poulenc werd dikwijls gefotografeerd met zijn hond op schoot.
Het lievelingsdier van Maurice Ravel was de kat.
Vaughn Williams was eveneens een poezenliefhebber.
Wie kent niet het kattengejank uit Rossini’s Kattenaria?
Er bestaat een foto waar Dmitri Sjostakovitsj met een varken op schoot zit. Of hij inderdaad een varken als huisdier hield…?