Von Bingen – Orde der Deugden

Hildegard von Bingen leefde naar alle waarschijnlijkheid van 1098 – 1179. Haar geboorteplaats was Bermersheim in midden Duitsland. Ze was het tiende kind uit een adellijk gezin. Als jong meisje werd ze naar het nonnenklooster gestuurd. In dit Benedictijnse klooster ontving ze van de abdis waardevol onderwijs, waaronder lezen, schrijven, Latijn en godsdienst. Rond 1148 stichtte zij samen met andere nonnen een nieuw klooster in Rupertus. Hildegard werd het hoofd van dit nieuwe kloostercomplex.

Hildegard was een veelzijdige vrouw, een strijdbare vrouw (Hilde = strijd). Ze wordt beschouwd als een van de meest invloedrijke vrouwen van de middeleeuwen(in het Heilige Romeinse Rijk). Hoogwaardigheidsbekleders, waaronder keizers en pausen correspondeerde met Hildegard en vroegen haar om adviezen. Behalve dat ze profeet was beoefende ze kosmologie, filosofie, geneeskunde, poëzie en dier- en plantkunde. Als componiste zijn er een honderdtal werken van haar gevonden. Zij wordt wel de eerste componiste genoemd uit de geschiedenis van de klassieke muziek.

Bekend van haar is het muziekspel Ordo Virtutum (Orde der deugden) een drama voor vrouwenstemmen (toen nonnen) en een mannenstem, de duivel. Haar muziek wordt een zijtak van het Gregoriaans genoemd, de teksten hebben veelal betrekking op heiligen. De gezangen die Hildegard componeerde zijn deels geschreven op basis van visioenen die zij na haar 40e levensjaar ontving. Ze componeerde verder een 70tal liederen. Een geliefd lied is O rubber sanguinis.

Bewegingen als New Age en het feminisme hebben Von Bingen hoog in het vaandel staan.

Luister ook naar O Magne pater, O Pastor Animarum, O Nobilissima Viriditas, Spiritus Sanctus, O Splendidissima Gemma, Caritas, Rex Noster,  Alleluia! O virga mediatrix.

BINGEN OEUVRE NUMMER 738

Nota bene

Toen Hildegard acht jaar was werd ze door haar ouders aan God ‘geschonken.’ Een paar jaar later werd ze in een cel die met de kerk van een klooster was verbonden letterlijk ingemetseld. Een luikje was de enige opening dat het klooster met de buitenwereld verbond. Door datzelfde luikje was de jonge vrouw dagelijks in staat de kerkdiensten te volgen met daaraan verbonden de gregoriaanse gezangen. In de echte wereld kwam zij weer terecht toen ze haar eigen klooster stichtte.

Behalve een volgelinge van God had Hildegard een meer dan liefdevolle relatie met de Moeder. Zo schreef ze een haast meisjesachtig loflied op Maria: Ave Generosa