Chausson – Poème de l’amour…
Een veelschrijver was de Parijzenaar Ernest Chausson (1855-1899) niet, hij luisterde liever naar werken van anderen. Grote bewondering had hij bijvoorbeeld voor zijn leraar en landgenoot César Franck. Chaussons oeuvre is niet groot, maar wel van een zeer hoog niveau. Met zijn vaak klagende klanken en impressionistische orkestkleuren zou je niet direct zeggen dat hij – tegen wil en dank – een volgeling van Wagner was. Eigenlijk probeerde Chausson juist los van Wagner te komen, hetgeen hem maar niet wilde lukken.
Chausson kwam uit welgestelde, aristocratische kringen. Hij studeerde eerst rechten en meldde zich pas op zijn vijfentwintigste aan als leerling aan het conservatorium van Parijs, waar hij les kreeg van kopstukken als Jules Massenet en César Franck.
Onder Chaussons liederen bevinden zich ware meesterwerken die ook wel muziekschilderijtjes genoemd zouden kunnen worden. In het stuk Poème de l’amour et de la mer opus 19 (gecomponeerd tussen 1882 en 1890) voor zang en orkest bevindt zich zo’n prachtig lied: Le Temps des Lilas. De orkestversie van de liedcyclus is het meest bekend en dan met een sopraan of mezzosopraan als zangstem.
Maar ook stukken als Poème voor viool en orkest uit 1896 en zijn Symfonie in Bes uit 1890 mogen niet onvermeld blijven. Omdat de componist slechts mondjesmaat met zijn werken naar buiten kwam, en de publiciteit niet opzocht, was Chausson niet erg bekend bij het grote publiek. Zijn collega-componisten hadden des te meer bewondering voor Chaussons veelal lyrische stijl.
Heeft u een opmerking of aanmerkingen over dit item, horen wij dit graag van U.
CHAUSSON POEME DE L’AMOUR ET LA MER NUMMER 129
Nota bene
Ernest Chausson hield van fietsen. Op een mooie lente dag in juni maakte hij een tochtje rond zijn buitenverblijf. Tijdens de afdaling van een heuvel verloor hij de macht over zijn stuur en kwam tot stilstand tegen een muur. Hij was op slag dood.
Een andere fietser was componist Mauricio Kagel. Deze componeerde een stuk voor 111 fietsers. Rijdend op hun fiets, klingelend op hun bellen en met hun stem voorgeschreven geluiden voortbrengend reden de ‘musici’ hun weg.