Bach J.S. – Motetten

Johann Sebastian Bach (1685 – 1750) schreef zes Motetten. Deze zangstukken (a cappella) worden beschouwd als een hoogtepunt in Bachs vocale werken. Het zijn monumenten in de polyfonie. (vaak benadrukt door imitatie: canon, fuga).

De Bijbel van de muziek worden deze Motetten wel genoemd. Ze werden geschreven voor plechtigheid doeleinden, zoals begrafenissen.

 

Singet dem Herrn ein neues Lied

Der Geist hilft unsrer Schwachtheit auf

Jesu, meine Freude

Fürchte dich nicht, ich bin bei dir

Komm, Jesu, komm

O Jesu Christ, mein’s Lebens Licht

Lobet den Herrn, alle Heiden

 

Rond 1726 componeerde Bach het motet Singet dem Herrn ein neues Lied BWV 225. Het motet is driedelig, snel – langzaam – snel, voor 8-stemmig dubbelkoor. Het duurt 13 minuten. Deel 1 is gebaseerd op de Bijbeltekst uit Psalm 149. Deel 2 is een dialoog tussen de 2 koren. Koor 2 zingt het koraal Wie sich ein Vater erbarmet, koor 1 zingt Gott, nimm dich ferner unser an. Deel 3 is gebaseerd op Psalm 150, Lobet den Herrn en de lofprijzing Alles was Odem hat.

In 1729 klonk het motet Der Geist hilft unsrer Schwachheit auf BWV 226. Dit 3-delige zangstuk is voor 8-stemmig dubbelkoor en duurt ca 8 minuten. In het eerste deel klinkt Der Geist hilft unsrer Schwachheit auf. Deel 2, een dubbelfuga met Der aber die Herzen forschet met Denn er vertritt die Heiligen. Slotkoraal Komm, heiliger Geist.

Het beroemde vijfstemmige motet Jesu meine Freude BWV 227 werd voor het eerst uitgevoerd in 1723 kort nadat Bach als cantor in Leipzig was aangesteld. Het motet duurt meer dan 20 minuten en is hiermee het meest uitgebreide motet van Bach. Het is bestemd voor 5-stemmig koor en omvat 11 delen. De kern van de tekst werd gehaald uit de verzen van Romeinen 8, de begrafenispreek. Centraal staat het Bijbelcitaat Ihr aber seid nich fleischlich, sondern geistlich. Enkele stellingen: Er is niets te vrezen voor wie de geest volgt – uw lichaam gaat wel dood, maar uw geest blijft levend – het verlangen naar Jezus.

Fürchte dich nicht BWV 228 bestaat uit 2 delen en werd in 1726 uitgevoerd tijdens een begrafenisdienst van een goede kennis van Bach. Het motet dat ca 8 minuten duurt werd waarschijnlijk geschreven toen Bach nog in Weimar woonde. Het werk is voor 8-stemmig dubbelkoor en is gebaseerd op teksten uit Jesaja. In het eerste deel klinkt de inleiding (antifoon) Variaties per choros. Het tweede deel betreft een 3-stemmige fuga met de woorden Fürchte dich nicht, ich bin bei dir, samen met Ich habe dich bei deinem Namen gerufen. Het laatste deel gebruikte Bach in Fürchte dich nicht, du bist mein, de noten van zijn naam BACH (b en h zijn in het Duits bes en b). 

Komm, Jesu, komm (BWV 229) uit 1734 is een 8-stemmig motet gebaseerd op een begrafenishymne ter gelegenheid van de ter aardestelling van een professor theologie te Leipzig. Het werk duurt ca 8 minuten. Vers 1: Komm, Jesu, komm, mein Leib ist müde.  Vers 2 (een koraal): Drum schließ ich mich in deine Hände und sage, Welt, zu guter Nacht!

O Jesu Christ, mein’s Lebens Licht (BWV 118) uit 1737 wordt zowel een koraalfantasie genoemd als een motet. Het is bedoeld voor begrafenissen. Eerst heette het cantate vanwege de instrumentale begeleiding. Het werk is een motetversie van het koraal Ach Gott, wie manches Herzeleid. De eerste uitvoering was tijdens de begrafenis van graaf Von Flemming, een bekende van Bach. Er bestaan twee versies, waarvan de eerste zonder strijkers, en de tweede met strijkers, orgel, hobo’s en fagot.

Lobet den Herrn, alle Heiden (BWV 230) uit 1821 neemt een aparte plaats in binnen de motetten van Bach omdat er enige twijfel is over de authenticiteit. Men twijfelt over het auteurschap van Bach omdat het pas in gedrukte versie in 1821 verscheen. Het is slechts vierstemmig terwijl de andere motetten vijfstemmig of dubbelkorig zijn. Het motet bestaat uit slechts één deel en duurt ca 5 minuten. Het behandelt de korte Psalm 117.

Heeft u een opmerking of aanmerkingen over dit item, horen wij dit graag van U.

J.S. BACH MOTETTEN NUMMER 943