Mendelssohn – Pianoconcerten

De Duitser Felix Mendelssohn-Bartholdy (1809 – 1847) was tijdens zijn leven actief als pianist, dirigent en componist. Zijn moeder stimuleerde hem in de schone kunsten, waaronder tekenen, schilderen en pianospelen. Op 9 jarige leeftijd zou hij zijn eerste recital geven. Op 12 jarige leeftijd schreef hij een Concert voor piano en strijkers in a mineur. In dezelfde periode ontstond het Concert voor piano, viool en strijkers in d mineur. In 1823, componeerde hij een Concert voor twee piano’s en strijkorkest in E. En weer een jaar later, Felix was toen 15 jaar, ontstond het Concert voor twee piano’s en strijkorkest in As. Genoemde pianoconcerten zijn na de dood van Mendelssohn gerubriceerd en vallen dus onder opus postuum. Toen Felix Mendelssohn 17 jaar oud was componeerde hij samen met zijn zusje Fanny pianomuziek bij de Midzomernachtsdroom van William Shakespeare. Later zou hij het werk orkestreren. In 1829 voerde hij als dirigent in Berlijn voor het eerst na de dood van Bach de Matthäuspassion uit.

Mendelssohn componeerde 2 volwaardige pianoconcerten met symfonieorkest. Het betreft het Pianoconcert 1 in g mineur opus 25, geschreven in 1832 en het Pianoconcert 2 in d mineur opus 40 uit 1837.

Pianoconcert 1 ontstond tijdens een reis naar Italië, in dezelfde periode als zijn beroemde Symfonie 4 met de bijnaam Italiaanse symfonie. De drie delen gaan zonder onderbreking in elkaar over. In het eerste deel wisselen virtuositeit en lyriek elkaar af. Na een fanfare klinkt een zeer romantische andante. Dezelfde fanfare luidt het presto in. In dit slotdeel kan de pianist zijn virtuositeit in alle proporties demonstreren. De tijdsduur van Pianoconcert 1 bedraagt een kleine 20 minuten.

Pianoconcert 2 beleefde zijn première in Birmingham. In tegenstelling tot Pianoconcert 1 zijn het hier drie afgebakende delen: allegro – adagio – allegro. Na een tamelijk eenvoudig eerste deel, met natuurlijk weer de nodige virtuositeit, volgt een heel mooi langzaam deel dat sterk aan een langzaam deel van Beethoven doet denken. Het slotdeel zit vol van pianistische acrobatiek. (Het gebeurde wel dat Felix moeite had met het spelen van zijn eigen bedachte passages. Gelukkig had hij vaak zijn oudere Zus Fanny in de nabijheid, die naar het schijnt een nog betere pianist was dan haar broer.) De recensies uit die tijd spraken over een verrijking van de pianoliteratuur. Het Pianoconcert 2 duurt iets meer dan 20 minuten.

MENDELSSOHN PIANOCONCERTEN NUMMER 217