Rimski-Korsakov – Sprookje van Tsaar Saltan

De Rus Nikolai-Rimski-Korsakov leefde van 1844 tot 1904. Hij is bekend geworden als componist, leraar en dirigent. Hij werd geboren op een landgoed, zijn familie was van adel. Als kind was muziek een must. Het begin van zijn beroepscarrière speelde zich af op zee, hij werd marineofficier. Het was de componist Balakirev die hem aanmoedigde een muziekstudie te volgen. Begin twintig was hij toen zijn Symfonie 1 verscheen. Hij besloot de marine te verlaten en werd inspecteur bij het Russische Marinierskapel. Later zou hij compositieleraar worden aan het conservatorium van Sint-Petersburg. Namen als Glazoenov, Stravinsky, Prokofjev, Reshipighi kregen muziekonderricht van hem.

Samen met Moessorgski, Cui, Borodin en Balakirev zou hij de componistengroep De machtige Vijf gaan vormen. Deze groep zou de nationalistische Russische muziek in ere gaan houden en zich niet te veel door de westerse muziek laten beïnvloeden, zoals hun landgenoot Tsjaikovski deed. Rimski-Korsakov bewerkte en/of instrumenteerde werken van zijn collega’s uit de Machtige Vijf.

Het opvallende aan zijn theaterwerken en opera is de sprookjesachtige sfeer. Zo ook bij het Sprookje van de Tsaar Saltan, of de volledige titel: ‘De legende van Tsaar Saltan, van zijn zoon, de beroemde held en krachtige held Prins Guidon Salanovitsj en van de mooie Zwanenprinses.’

Men zou kunnen concluderen dat zijn opera’s niet bepaald muziekdrama’s zijn, maar eerder folkloristische sprookjes, met uitzondering van De Gouden Haan, wellicht zijn meest populaire opera.

Het Sprookje van de Tsaar uit 1900, op papier gezet door Aleksandr Poesjkin (1799 – 1837), kent een zoetsappige, soms melige inhoud. Maar als je je ogen sluit hoor je prachtige muziek, met name de orkestrale gedeeltes en koorpartijen.

Drie zusters dingen naar de hand van Tsaar Saltan. De oudste belooft hem een groot feest als hij haar uitkiest, de middelste een prachtig kleed, en de jongste een stoere zoon. De Tsaar kiest de jongste. De andere zussen zinnen op wraak. Het kind wordt geboren als de Tsaar niet thuis is. De twee zussen berichten hem dat hun jongste zus een monster heeft gebaard. De Tsaar gebiedt de moeder en het monster in een ton in zee te werpen. Op een onbewoond eiland groeit Guidon op. Op een dag redt hij een zwaanprinses uit de klauwen van een roofvogel. De zwaanprinses verandert hem in een hommel (Vlucht van de hommel) zodat hij zijn vader kan opzoeken. De zwaan, intussen een prinses wordt zijn nieuwe bruid.

Heeft u een opmerking of aanmerkingen over dit item, horen wij dit graag van U.

RIMSKI-KORSAKOV SPROOKJE VAN DE TSAAR NUMMER 956