Brahms – Dubbelconcert

De in het Duitse Hamburg geboren componist Johannes Brahms (1833-1897) wordt over het algemeen als laatste Romanticus beschouwd. Hij verafgoodde Beethoven (1770 – 1827) en verder geloofde hij zeer in het werk van Bach (1685 – 1750). Een van zijn bijnamen werd ‘De behoeder van de klassieke vlam’.

Hij liet de mensheid een schat aan symfonische werken na, met als hoogtepunten: vier Symfonieën, Pianoconcerten, een prachtig Vioolconcert, en het Dubbelconcert voor viool en cello uit 1887. Verder noemen we de Altrapsodie en het machtige Deutsches requiem.

Vanaf het jaar 1887 zou Brahms zich meer en meer gaan bezighouden met het componeren van kleinere werken. Inmiddels was hij een beroemd en welgesteld vrijgezel, iets wat hij absoluut niet uitstraalde. Zijn appartement was zeer bescheiden en sober ingericht en eten deed hij bij voorkeur niet in chique restaurants, maar gewoon in de gezellige achterkamer van zijn stamcafé ‘De Rode Egel’ in Wenen. In de omgang kon Brahms vaak onbeleefd of zelfs grof zijn. Voor minderheden was hij mild en vrijgevig: als arme sloebers, liefdadigheidsinstanties en zijn familie bij hem aanklopten voor financiële steun toonde hij zich genereus en gaf met gulle hand.

Brahms laatste grote symfonische werk was het Concert voor viool en cello in a mineur opus 102. Een werk vol tweeslachtigheid. De muziekrecensenten wisten zich geen raad met het stuk. Was het een verkapte symfonie? Liet Brahms zich inspireren door het oude Concerto grosso? Of was het toch een concert? De massieve structuur en de nogal bonkige stijl vielen niet bij iedereen in de smaak. Maar zijn vriend, de vioolvirtuoos Joseph Joachim (1831 – 1907), waar hij het werk aan opgedragen had, was laaiend enthousiast. De muziekwereld moest dus in het begin erg wennen aan het werk, al vond men het andante direct al prachtig. De virtuositeit die men meestal in concerten aantreft, ontbreekt hier. De drie delen: allegro –  andante – vivace.

In oktober 1887 was de première in de Duitse stad Köln. Solisten waren de cellist Robert Hausmann, een vermaard kamermusicus en de violist Joseph Joachim.

BRAHMS DUBBELCONCERT NUMMER 368

Nota bene

De vader van Brahms, Johann Jacob huwde toen hij 24 was met de 41-jarige kleermaakster Johanna Hendrika. Het gezin woonde in een Hamburgse sloppenwijk. Johannes had allesbehalve een prettige jeugd. Hij haatte school en werd door medeleerlingen gepest. Zijn ouders hadden vaak ruzie zodat hij het huis ontvluchtte. Vader Brahms speelde contrabas en hoorn in een amusementsorkest. Hij bracht zijn zoon de beginselen bij van het pianospel. Als jongen van 13 speelde Johannes in zeemanskroegen en louche huizen om het gezin te ondersteunen.