Rossini – Stabat Mater

De Italiaan Gioachino Rossini (1792 – 1868) wordt wel in een adem genoemd met zijn opera’s Wilhelm Tell en de Barbier van Sevilla. Dat wil echter niet zeggen dat hij geen andere werken schreef. Religieuze werken, bijvoorbeeld. Zo componeerde hij een prachtig Stabat Mater en de lieflijke mis Petite messe solonnelle, een nakomertje dat vier jaar voor zijn dood werd uitgevoerd, vijfentwintig jaar na zijn Wilhelm Tell. Het is een verrassend werk met een even verrassende bezetting: vier solisten, koor, harmonium en twee piano’s. Op de laatste bladzijde schreef hij: ‘Goede God alstublieft, een kleine mis. Ik hoop dat het onder de noemer gewijde muziek mag vallen. Zij gezegend en verleen mij het paradijs’.

Naar aanleiding van de dood van Rossini opperde zijn opvolger, de grote operacomponist Giuseppe Verdi (1813 – 1901) het plan om samen met een aantal andere componisten een requiem te componeren. Verdi zelf nam in 1870 al het voortouw door het laatste deel te componeren, het Libera me. De andere componisten lieten het echter afweten. In 1873 voltooide Verdi het complete requiem.

Het Stabat Mater wordt over beschouwd als Rossini’s laatste meesterwerk. Het ging in 1842 in première. Fans van Rossini betitelen het werk als het mooiste geestelijke koorwerk na Die Schöpfung van Haydn. Het heeft 10 jaar geduurd voordat Rossini zijn Stabat Mater definitief af had.

Het Stabat Mater is een van oorsprong liturgisch gedicht. Het ontstond in de Middeleeuwen; de tekst van de hymne beschrijft de smart van Maria bij de kruisdood van haar zoon. Sinds Josquin Des Préz in 1440 deze klaagzang toonzette, hebben vele opvolgende generaties componisten zich door dit thema van de bedroefde moeder laten inspireren, waaronder Rossini. Een van de meest indrukwekkendste Stabat Maters is dat van Pergolesi.

Het Stabat Mater van Rossini wordt omschreven als een briljant werk met prachtige vocale momenten. Hoogtepunten zijn de tenor-aria Cujus animam, de sopraan-aria Inflammatus en het vocale kwartet Quando corpus morietur.

ROSSINI STABATMATER NUMMER 608