Mahler – Rückert Lieder

De Oostenrijker Gustav Mahler (1860 – 1911) was een belangrijk dirigent en componist. Hij componeerde een tiental, meestal breed uitgesponnen symfonieën voor grote bezetting en veelal met zangstemmen. Als dirigent was hij vanwege zijn discipline niet altijd geliefd, en als componist vaak onbegrepen. In Wenen was hij dirigent van de Wiener Philharmoniker

Mahler componeerde een vijftal Orkestliederen (composities voor zangstem en orkest): Lieder eines fahrenden Gesellen (1985) – Knaben Wunderhorn (1901) – Rückert Lieder (1903) – Kindertotenlieder (1904) – Lied von der Erde (1909). Mahler maakte van deze orkestliederen tevens versies met pianobegeleiding.

De Rückert Lieder zijn vijf orkestliederen (eveneens voor piano) gecomponeerd op gedichten van Friedrich Rückert (1788 – 1866). De liederen werden gecomponeerd in 1901. De première vond plaats in 1905 en de publicatie in 1910.

De teksten van de liederen zijn geen doorlopend geheel dus kunnen los van elkaar uitgevoerd worden. De titels zijn: Blicke mir nicht in die Lieder – Ich atmet einen linden Duft – Ich bin der Welt abhanden gekommen – Um Mitternacht – Liebst du um Schönheid (opgedragen aan zijn bruid Alma).

Behalve dat hij aan zijn Rückert Lieder werkte, was Mahler bezig met het componeren van zijn Symfonie 5. In het najaar van 1901 zou hij zijn toekomstige vrouw Alma ontmoeten.

Veel gedichten van Rückert –hij was een veelschrijver- gaan over alledaagse dingen en gedachten die betrekking hadden op de gewone mens. In zijn tijd was de dichter zeer geliefd. Andere componisten die teksten van Rückert toonzetten waren o.a. Schubert, Clara en Robert Schumann, Brahms en Richard Strauss. Mahlers Kindertotenlieder zijn eveneens op teksten van Rückert.

MAHLER RÜCKERT LIEDER NUMMER 519

Nota bene

Tien haar lang zwaaide hij de scepter in het muziekleven van Wenen. Hij was er behalve dirigent, componist en directeur. Maar zijn joodse afkomst bleef hem achtervolgen. Volgens zijn musici was hij een regelrechte despoot.
In 1907 was het zo ver. Mahler nam ontslag. Zijn afscheidsconcert deed hij met een uitvoering van Beethovens Fidelio en zijn eigen Symfonie 2. Op 9 december werd hij uitgezwaaid door tal van Weense kunstenaars waaronder schilder Gustav Klimt. Deze laatste had er alles aangedaan om de maestro voor Wenen te behouden.