Debussy – Suite Bergamasque

Met de muziek van de Fransman Claude Debussy (1862 – 1918) laat men in de muziekgeschiedenis het moderne tijdvak aanvangen. Vaak wordt de kunststroming impressionisme in een adem genoemd met de Debussy. De componist was zelf niet vereerd met dit stempel. Hij betitelde de critici die hem een impressionist noemden als ‘idioten’. Behalve componist was Debussy pianist. Hij speelde met het grootste gemak alle soorten pianostukken. Maar hij wilde in geen geval als pianist de muziekhistorie ingaan. Een carrière op het podium verfoeide hij. Drang om te scheppen, dat was zijn leven. Composities die anders aandeden dan men gewend was. Sfeermuziek zou je veel van zijn pianowerken kunnen noemen of misschien beter, mysterieus.

Tijdens de wereldtentoonstelling van 1889 in Parijs maakte Debussy kennis met exotische muziek en instrumenten. Zijn composities zijn vaak doordrenkt van oosterse klanken. De componist maakt vaak gebruik van de hele-toonstoonladder (toonladder zonder leidtonen). Andere invloeden waren de vooral rustige pianomuziek van Chopin, de Japanse en Indonesische kunst , de natuur en de kleur in de muziek (timbre).

In 1905 voltooide Debussy zijn pianocompositie Suite Bergamasque. De componist had het al jarenlang in studie. Hij haalde zijn inspiratie uit het gedicht Clair de lune uit de dichtbundel Fêtes Galantes uit 1869 van Paul Verlaine (1844 – 1896). De compositie doet zeer impressionistisch aan. Het woord Bergamasque verwijst naar een oude boerendans. De vier delen zijn: Prelude – Menuet – Clair de lune – Passepied. Met name het derde deel, Clair de lune is zeer geliefd. Vaak wordt het deel als zelfstandig stuk uitgevoerd.

DEBUSSY SUITE BERGAMASQUE NUMMER 697

Nota bene

Als 16-jarige raakte Debussy in de ban van de muziek van Richard Wagner. Maar toen hij tijdens de wereldtentoonstelling in Parijs van 1889 kennismaakte met de Javaanse gamelanmuziek gaf hij zijn stijl een nieuwe richting.

Je kunt de kunst van het componeren of orkestreren beter leren door naar de natuur te luisteren, het ruisen van de bladeren, of naar de kabbelende golven van een onrustige of kalme zee, dan naar het conservatorium te gaan.

Debussy verzette zich tegen de kwalificatie dat hij een impressionist zou zijn, hij voelde zich meer een symbolist. In ieder geval gaf hij zich de bijnaam ‘Mister France.’