Tsjaikovski – Symfonie 5

Al hadden Tsjaikovski’s ouders het druk met hun eigen bezigheden, het schijnt dat de kleine Pjotr een onbekommerde jeugd genoten heeft. In de literatuur vinden we veelvuldig verhalen terug dat Pjotr samen met de dienstmeisjes in de sneeuw dolde in de grote tuin rond het huis van de Tsjaikovski’s. Hoewel er in huis een piano stond, werd er nauwelijks op gespeeld. Totdat vader van een lange reis terugkwam en zijn zoon een muziekdoos met klanken van beroemde muziekstukken cadeau gaf. Pjotr had zijn bestemming bereikt en voor het eerst werd de pianoklep geopend.

De Symfonie 5 uit 1888 van de Russische componist Pjotr Tsjaikovski (1840-1893) opent met een thema vol smart en pessimisme. Als men het werk in zijn geheel beluistert, zou men haast geneigd zijn om van een noodlot symfonie te spreken. Als een rode draad blijft het droefgeestige beginthema door de gehele symfonie klinken. (Als thema’s, melodieën of gedeelten daarvan in meerdere delen voorkomen spreekt men van een cyclische vorm.)

De Symfonie 5 in e mineur is het schitterende middelpunt van Tsjaikovski’s laatste drie symfonieën en de voorbode op zijn meesterwerk Symfonie 6, bijgenaamd de Pathétique, waarin Tsjaikovski terugkijkt op zijn leven vol kommer en kwel. Vaak sloot de eenzame componist zich volledig van de buitenwereld af. Zijn heil zocht hij bij tijd en wijlen in het buitenland. In eigen land werd hij door zijn vakbroeders meestal genadeloos bekritiseerd vanwege zijn westerse manier van componeren, met name door de nationalistische componistengroep de ‘Machtige vijf’ onder leiding van grootmeester Modest Moessorgski (1839 – 1881). Nietemin zit Symfonie 5 boordevol prachtige melodieen. Een toppunt in het werk is het langzame deel, Andante cantabile, een der fraaiste stukken welke de componist ooit schreef.

TSJAIKOVSKI SYMFONIE 5 NUMMER 206