Rachmaninov – Preludes
Sergej Rachmaninov (1873-1943) was een briljant pianist. Hij wordt nog steeds gezien als de opvolger van de grote Franz Liszt (1811 – 1886). Het zal dan ook geen bevreemding wekken dat Rachmaninov veel voor piano heeft geschreven, zoals het inmiddels wereldberoemde Pianoconcert 2. Maar ook zijn Pianoconcert 3 met in het eerste deel een uiterst virtuoze cadens, is een zeer geliefd werk. Een ander voorbeeld van zijn briljante manier van componeren voor de piano zijn de Preludes, waaronder de wereldhit Prelude in cis mineur opus 3 nr. 2. Hij componeerde dit stuk op twintigjarige leeftijd. (Na verloop van tijd moest hij het zó vaak spelen, dat hij het werk beu werd.) Andere zeldzaam mooie Preludes vinden we in zijn Opus 23 (nr. 5 en 32.)
Volledigheidshalve: In 1892 werd zijn opus 3 gepubliceerd met daarin 5 Preludes, waaronder de eerder genoemde Prelude in cis mineur. Rachmaninov vatte het plan op om in alle toonsoorten een prelude te componeren. Dit zouden er dan 24 moeten worden. De eerste 10 van deze set verscheen als opus 23 in het jaar 1901. In 1910 verscheen de tweede set met 13 preludes als opus 32. In 1917, ten tijde van de revolutie, componeerde hij de Prelude in d mineur. Kort daarna verliet Rachmaninov zijn vaderland.
Rachmaninov wordt wel een ‘mineurcomponist’ genoemd: vaak zijn zijn werken weemoedig en treurig van klank, en meestal zijn ze in mineur geschreven. Ook treedt het Dies Irae-thema (Dag des oordeels) regelmatig in zijn werken op de voorgrond. Als componist was Rachmaninov verre van revolutionair. Hij mag zonder overdrijving de opvolger van Tsjaikovski genoemd worden, al doet de gigant Sjostakovitsj ook een gooi naar die titel.
Andere bekende composities van Rachmaninov behalve genoemde werken: Symfonie 2 en 3, Symfonische dansen, Liederen (waaronder prachtige liederen voor kinderkoor), Vocalise voor zangstem en begeleiding (opus 34 nr. 14), Vespers, Paganini variaties, Corelli variaties, Dodeneiland en De Klokken van Moskou.
RACHMANINOV PRELUDES NUMMER 491
Nota bene
Een fijne jeugd heeft hij niet gekend. Hij was kind van gescheiden ouders en op het conservatorium kon hij niet overweg met zijn leraar.
Als aristocraat voelde hij zich in het Rusland rond de eeuwwisseling allesbehalve veilig. Hij nam de benen naar het Westen. Maar ook in den vreemde voelde hij zich als ontheemde niet gelukkig.
Als super pianist met een handomvang van een octaaf en een kwint maakte hij furore in Amerika. Ook als componist liet hij van zich horen. Doch zijn oeuvre, bestaande uit 45 opusnummers zou je karig kunnen noemen.
Financieel ging het hem flink voor de wind. Hij leefde op een gegeven moment als een rijkeluisman compleet met een villa, snelle auto’s en motorboten.