Mahler – Symfonie 2

Gustav Mahler (1860 – 1911) was geen gemakkelijk mens voor zijn omgeving. Discipline eiste hij niet alleen van zijn gezin maar ook van de orkestleden van de Weense Opera waar Mahler de scepter zwaaide. En dan ook nog zijn eeuwige strijd met God, het aardse bestaan en zijn joodse komaf. Vaak verkeerde Mahler op het randje van een zenuwinstorting. Dit alles klinkt vaak door in zijn grootse symfonieën.

Voor het uitgebreide orkest (en koor) is het een enorme inspanning om Symfonie 2 uit te voeren. Toen Mahler het als dirigent zelf op de lessenaar had moet het tijdens de repetities een chaos geweest zijn. Mahler vergde het uiterste van zijn musici. Dit bracht uiteindelijk problemen met zich mee. Sommige musici pikten het niet om door een jood de les te worden gelezen. Inmiddels is Symfonie 2 een pronkstuk in de muziekliteratuur.

Symfonie 2 uit 1894 is een voorbeeld van Mahler zijn worstelingen met het bestaan en het hoe en waarom. Het eerste deel van deze monumentale symfonie heeft veel weg van een treurmars. Alles verwijst naar het hiernamaals. Het werk heeft als ondertitel Wederopstanding. Zo beluisteren we flarden van het Dies Irae en gezangen die ons verwijzen naar het geloof. Het tweede deel, een menuet, laat ons even uitblazen. Mahler dwingt onze gedachten naar een dierbare overledene. Deel drie is een Scherzo. Mahler gebruikt hier een melodie van een ironisch lied uit Des Knaben Wunderhorn (bundel oud Duitse volksliederen). In het vierde deel Urlicht, eveneens uit Des Knaben Wunderhorn,  zingt een vrouwenstem over de mens in nood, de gang naar de hemel en het eeuwige leven na de dood. Finale zoals Beethoven dat deed, met koor. Fanfare’s klinken. In het vijfde deel wederom het Dies Irae. Het einde der tijden wordt verklankt door ongelooflijk veel slagwerk en schetterend koper (ook vanachter het toneel), en aan het slot een orgel. Aangrijpend is het ‘Auferstehen’, gezongen door het koor. Symfonie 2 heeft als bijnaam de Auferstehungssymphonie (Verrijzing symfonie). Mahler zelf dirigeerde de premiere op 13 december 1895 in Berlijn.

MAHLER SYMFONIE 2 NUMMER 592

Nota bene

'Ik loop met mijn hoofd tegen een muur, maar zie, de muur geeft mee.' Mahler was een workaholic. Behalve zijn musici, hij zelf, maar ook zijn vrouw Alma leden onder zijn onuitputtelijke energie en zijn fysieke en mentale krachten.

Na hun eerste ontmoeting schijnt Alma gezegd te hebben: ‘Ik wil een kind van hem. Met zijn innerlijk en mijn uiterlijk zal het een parel zijn.’ Het koppel trouwt op 9 maart 1902 in de beroemde Karlskirche in Wenen. Alma is dan al geruime tijd zwanger.