Wolf – Liederen
De Oostenrijker Hugo Wolf (1860-1903) was een eenzame, straatarme muzikant, die pas vlak voor zijn geestelijke instorting een vrijgezellenwoning kon betrekken. In alle opzichten was hij een zwerver die letterlijk ‘Gast op aarde’ is geweest.
Hugo kreeg als jong kind piano- en vioolles van zijn vader en ook leerde deze hem wegwijs met de muziek van Beethoven. Ondanks dit hadden de twee dikwijls conflicten. De middelbare school maakte de zwijgzame Hugo Wolf niet af. Hij kreeg van zijn medestudenten op het conservatorium de bijnaam ‘De Wolf’. Meestal zat hij zonder geld en verhuisde hij van het ene donkere vertrek naar het andere. Buitengeluiden en het geluid van spelende kinderen kon het tere gestel van de musicus/componist niet verdragen. Door de syfilis afgetakeld stief hij in een inrichting.
‘Een klap op een bekken of trom uit een stuk van Wagner geeft meer gevoel dan een complete symfonie van Brahms’, is een bekende uitspraak van Hugo Wolf, een van de meest zonderlinge figuren uit de wereld van de muziekgeschiedenis. Wolf, Oostenrijker en opvolger van liedcomponisten als Schubert en Schumann was de laatste componist in zijn soort van het Duitstalige romantische lied.
In 1888 kreeg hij een beetje erkenning met zijn liederen op gedichten van Mörike, maar zijn topwerk schreef hij in zijn ellendige nadagen: Italienisches Liederbuch dat bestaat uit zesenveertig liederen. Kleine verhaaltjes, soms maar van twee minuten, maar uit het leven gegrepen. Liederen waar de liefde hoog in het vaandel staat. Liederen vol hartstocht, amoureuze verheerlijking, spot, sarcasme, ironie, scheiding, verzoening en onbeantwoorde liefdes.
Andere liedbundels van Hugo Wolf: Mörike Liederen, Eichendorff Liederen, Goethe Liederen en Spanisches Liederbuch.
WOLF LIEDEREN NUMMER 394