Flothuis – Oeuvre
Marius Flothuis (1914 – 2001) is een Nederlands componist, geboren en getogen in Amsterdam. Zijn vader was leraar Duits, zijn moeder onderwijzeres. Als middelbare scholier nam hij lessen in piano en muziektheorie. Hij volgde geen opleiding aan het conservatorium. Als componist was hij autodidact. Aan de universiteit van de hoofdstad studeerde hij muziekwetenschap. Flothuis was muziekrecensent en artistiek leider van het Concertgebouworkest. Later werd hij aangesteld als hoogleraar aan de universiteit van Utrecht. Flothuis schreef verschillende boeken en publiceerde studies over werken van Mozart. In de oorlog weigerde hij mee te doen aan de Kultuurkamer van de bezetter en bood onderduikers onderdak. Geruime tijd was hij gevangen in Kamp Vught. Tot 1945 verbleef hij in het concentratiekamp Sachsenhausen. In gevangenschap componeerde hij voor medegevangenen een fluitconcert en een hoornconcert.
Marius Flothuis schreef honderden werken, waarvan het meeste in kleine bezetting. De harp had zijn voorkeur. Tientallen werken schreef hij voor dit instrument, zowel voor solo-instrument als onderdeel van een kamermuziekstuk. Een geliefd werk voor harp is Pour le tombeau d’Orphée (1950). Verder componeerde hij veel liederen. Kenmerken van zijn muziek zijn fijnzinnigheid, ingetogenheid en kleinschaligheid. Hij werd beïnvloed door de Franse impressionisten zoals Debussy en Ravel. In 1957 schreef hij het stuk Symfonische muziek voor groot orkest.
FLOTHUIS POUR LE TOMBEAU D’ORPHEE NUMMER 524