Pärt – Werken 2
Arvo Pärt, de Estse componist is geboren in 1935. Hij wort beschouwd als een van de meest bewonderde figuren in de hedendaagse klassieke muziek. Hij staat bekend om zijn diep spirituele en minimalistische stijl. Zijn componeertechniek is geïnspireerd door het gregoriaans alsmede de middeleeuwse muziek.
Je hoeft geen super gelovig mens te zijn om te kunnen genieten van de Kanon Pokajanen (Boetepsalmen) uit 1997. Dit mystieke muziekstuk is voor koor en omvat alles wat de mensheid op aarde beleefd. De kanon is gebaseerd op boete en berouw zoals deze staat omschreven in oude manuscripten. (Kanon Pokajanen is opgenomen als een zelfstandig item onder nummer634).
De Profundis is een compositie uit 1980 voor mannenkoor, orgel, slagwerk met grote trom, gong en klokken in de voor Pärt zo gebruikelijke Tintinnabuli-stijl. Het werk is gebaseerd op Psalm 130: Uit de diepte roep ik tot U, o Heer. Het werk wisselt tussen momenten van stilte en krachtige uitbarstingen: smeking, berouw en hoop. Het nodigt de luisteraar uit tot meditatie en reflectie. De Profundis is een favoriet onder koren en liefhebbers van hedendaagse religieuze muziek.
My Heart’s in the Highlands (Mijn hart is in de Hooglanden) duurt een kleine 9 minuten. Het betreft een compositie voor solozang (tenor of alt) en orgel. Het lied werd gecomponeerd in 2000 naar het gelijknamige gedicht van de Schotse dichter Robert Burns (1759 – 1796). Het werd in het jaar 2000 in opdracht geschreven voor de stad Avignon, de toenmalige Culturele Hoofdstad van Europa. Door de eenvoud van ritme en droefgeestige monotone melodie heeft het lied veel weg van een smeekbede en geeft het een gevoel van mystiek en het verlangen naar een andere wereld. Pärt schreef het mede voor de 50e verjaardag van David James, een countertenor. Het stuk is in de Arvo Pärts bekende tintinnabuli-stijl geschreven en voor deze gelegenheid voor orgel en zang.
Symfonie 4 werd in 2008 voltooid met de bijnaam Los Angeles. Drie eerdere symfonieën verschenen tussen 1964 en 1971. Symfonie 4 was een opdracht van het Los Angeles Philharmonic Orchestra. De symfonie is opgedragen aan alle politieke gevangenen die onterecht zijn opgesloten. Het zeer trage werk is geschreven voor harp, slaginstrumenten en strijkorkest en duurt circa 45 minuten. Naargelang het stuk vordert wordt het meer en meer dissonant, dit komt doordat er gelijker tijd in mineur en majeur wordt gespeeld.
Kuus kuus, kalike is een Estlands wiegenlied uit 2002 bedoeld voor kinderen en voor het kind in iedereen. Pärt componeerde zijn Eesti hällilaul (Ets wiegenlied). Het zou een glimp op het paradijs moeten voorstellen. De muziek is geheel gebaseerd op Pärts tintinnabuli-stijl. Meestal wordt het lied uitgevoerd door vrouwenkoor koor of twee zangstemmen en strijkorkest of 4 altviolen, 4 celli.
Da pacem Domine is een vierstemmige compositie voor ensemble of gemengd koor uit 2004. Andere versies: voor koor en strijkorkest volgde rond 2007. Ook instrumentale versies voor strijkkwartet, blokfluitkwartet en saxofoonkwartet, strijkorkest en vier of acht celli zijn bekend. Pärt begon aan het stuk twee dagen na de aanslagen in Madrid maar 2004. De teksten verwijzen naar Bijbelverzen 2 Koningen, 2 Kronieken en Psalm 72. Geef ons vrede Heer in onze dagen, omdat er niemand anders is, die voor ons wil vechten, dan U, onze God. Halleluja.
The deer’s cry uit 2008 is in opdracht geschreven. Het is een werk voor a capella koor in a mineur. Pärt baseerde zijn stuk op een tekst uit de 5e eeuw: Een heidense Ierse koning probeerde gelovigen te doden. Sint Patrick de patroonheilige van Ierland beschermde hen. De vijand zag hem aan voor een kudde onschuldige hertjes, vandaar de naam. De koning bekeerde zich tenslotte.
Zie ook Pärt Werken 1 nummer789
Heeft u een opmerking of aanmerkingen over dit item, horen wij dit graag van U.
PÄRT WERKEN 2 NUMMER1016
Nota bene
Arvo Pärt is gehuwd. Hij trouwde in 1958 met zijn vrouw Nora. Zij is een belangrijke steun in zijn carrière en speelt een grote rol in het beheren van zijn muzikale nalatenschap.
Het echtpaar Pärt heeft 2 kinderen. Michael Pärt werkt in de muziek- en filmindustrie en werkt samen met grote filmcomponisten. Maar Pärt houdt zich liever buiten de publiciteit.
Het gezin woonde in verschillende landen waaronder Oostenrijk en Duitsland, in Berlijn. In 2011 keerde hij terug naar Estland.